Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Zoek: canne

Franse en Engelse zoekresultaten voor: canne

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

canne:
- walking-stick; walking-cane; cane
canné:
- reed; wicker; cane; rush
Wiktionary:
- canne → cane, leg, reed, fishing rod, baton, walking stick, staff, stick
- canne → walking-stick, walking cane, fishing pole, rod and line

Frans

Uitgebreide vertaling voor canne (Frans) in het Engels

canne:

canne [la ~] zelfstandig naamwoord

la canne
the walking-stick; the walking-cane
- walking-stick [the ~] zelfstandig naamwoord
- walking-cane [the ~] zelfstandig naamwoord
la canne (roseaux fluviatiles; roseau; rotin; jonc; hampe de roseau)
the cane
- cane [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor canne:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cane	canne; hampe de roseau; jonc; roseau; roseaux fluviatiles; rotin	barre; barreau; bâton; lingot; petite pourriture; pourriture; putréfaction; rai; rayon; tringle
walking-cane	canne
walking-stick	canne
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cane		canné; de chaume; de jonc; de roseau

Synoniemen voor "canne":

badine; cravache; baguette; verge; bâton; houssine; jonc; stick; trique; gourdin; matraque; pieu; béquille; piolet; manche; hampe; férule; règle; sceptre; support; soutien; cale; étai; étançon; tin; club; association; gaule; perche; rotin; sou; radis; rotang

Wiktionary: canne

canne

noun

Nom générique donner à plusieurs espèces de roseaux, tels que le roseau commun, la canne d’Inde, la canne odorante, le bambou, etc.
- canne → cane; leg; reed; fishing rod; baton; walking stick; staff

canne

noun

long collapsible rod used by vision impaired people
- cane → canne; canne blanche
a short wooden or bamboo rod or stick used for corporal punishment
- cane → canne
slender flexible stem of plants such as bamboo
- cane → canne; tige
long, straight stick
- staff → bâton; canne
cane or walking stick
- stick → canne
cane
- walking stick → canne

Cross Translation:

From	To	Via
• canne	→ walking-stick; walking cane	↔ wandelstok — stok die dient als steun bij het wandelen en beschermt tegen vallen
• canne	→ fishing pole; rod and line	↔ Angel — ein Gerät für den Fischfang; Angelrute

canné:

canné bijvoeglijk naamwoord

canné (de chaume; de roseau; de jonc)
reed; wicker; cane; rush
- reed bijvoeglijk naamwoord
- wicker bijvoeglijk naamwoord
- cane bijvoeglijk naamwoord
- rush bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor canné:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cane		barre; barreau; bâton; canne; hampe de roseau; jonc; lingot; petite pourriture; pourriture; putréfaction; rai; rayon; roseau; roseaux fluviatiles; rotin; tringle
rush		affluence; animation; ardeur; assaut; assauts; attaque; attaque à main armée; bousculade; charge; cohue; empressement; ferveur; fougue; foule; foule d'occupations; hold-up; hâte; invasion; poussée; précipitation; rafle; razzia; rush; rushes; ruée; ruées; tempérament
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rush		accourir; assaillir; courir; faire de la course; faire de la course à pied; filer; galoper; hâter; pousser qn à se dépêcher; presser; précipiter; s'empresser; s'élancer; se dépêcher; se hâter; se presser; se précipiter; se rendre en hâte; se rendre en toute hâte; se ruer sur; sprinter
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rush	canné; de chaume; de jonc; de roseau
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cane	canné; de chaume; de jonc; de roseau
reed	canné; de chaume; de jonc; de roseau
wicker	canné; de chaume; de jonc; de roseau

Verwante vertalingen van canne