Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vis-à-vis:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor vis-à-vis (Frans) in het Engels

vis-à-vis:

vis-à-vis bijvoeglijk naamwoord

  1. vis-à-vis (à rebours; contraire; en sens inverse; )
    contrary; opposing; otherwise

vis-à-vis [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le vis-à-vis (voisin d'en face)
    the neighbour across

Vertaal Matrix voor vis-à-vis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contrary contraire; contrepartie; inverse; opposé
neighbour across vis-à-vis; voisin d'en face
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contrary antinomique; contradictoire; contraire; de l'autre côté; de retour; en arrière; en face; en revanche; en sens inverse; inverse; opposé; vis-à-vis; à rebours
opposing antinomique; contradictoire; contraire; de l'autre côté; de retour; en arrière; en face; en revanche; en sens inverse; inverse; opposé; vis-à-vis; à rebours
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
otherwise antinomique; contradictoire; contraire; de l'autre côté; de retour; en arrière; en face; en revanche; en sens inverse; inverse; opposé; vis-à-vis; à rebours

Synoniemen voor "vis-à-vis":


Wiktionary: vis-à-vis

vis-à-vis
adverb
  1. En face, à l’opposé, se faisant face.
vis-à-vis
en-prep
  1. in relation to

Cross Translation:
FromToVia
vis-à-vis person opposite Gegenüber — etwas oder jemand, der sich entgegengesetzt vor einem (gegenüber) oder auf der anderen Seite befindet
vis-à-vis across; opposite gegenüberLokaladverb: auf der anderen (entgegengesetzten) Seite
vis-à-vis face-to-face; vis-à-vis vis-à-vis — von Angesicht zu Angesicht

Verwante vertalingen van vis-à-vis