Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. virus:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor virus (Frans) in het Engels

virus:

virus [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le virus (matière infectante; contage)
    the virus; the contaminant; the infectious matter; the infection matter
  2. le virus
    the virus
    – Malware that replicates, commonly by infecting other files in the system, thus allowing the execution of the malware code and its propagation when those files are activated. 1
    • virus [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor virus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contaminant contage; matière infectante; virus
infection matter contage; matière infectante; virus
infectious matter contage; matière infectante; virus
virus contage; matière infectante; virus poison; toxine; venin

Synoniemen voor "virus":


Wiktionary: virus

virus
noun
  1. Entité biologique qui nécessite une cellule hôte
virus
noun
  1. an enthusiasm for something
  2. contagious illness, bacteria, virus
  3. DNA/RNA causing disease

Cross Translation:
FromToVia
virus virus virus — informatica|nld een computervirus
virus virus virus — biologie|nld een ziekteverwekker die veel kleiner is dan een bacterie
virus virus VirusMedizin: kleinster Krankheitserreger, der sich nur in Zellen vermehren kann
virus virus VirusInformatik: schädliches, sich selbst durch Hilfe von Programmen verbreitender, selbst "lebensunfähiger" Kode (auch Computervirus)

Verwante vertalingen van virus