Vigilance in het Engels vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

vigilance:
- accuracy; punctuality; caution; prudence; wariness; cautiousness; self-composed and sensible; levelheadedness; deliberacy; level headedness; cautiones
Wiktionary:
- vigilance → vigilance
- vigilance → vigilance, wakefulness, watchfulness

Frans

Uitgebreide vertaling voor vigilance (Frans) in het Engels

la vigilance (ponctualité; exactitude; précision; méticulosité; minutie; justesse; attention)
the accuracy; the punctuality
- accuracy [the ~] zelfstandig naamwoord
- punctuality [the ~] zelfstandig naamwoord
la vigilance (circonspection; précaution; prudence)
the caution; the prudence
- caution [the ~] zelfstandig naamwoord
- prudence [the ~] zelfstandig naamwoord
la vigilance (circonspection; précaution; prudence; pondération)
the caution; the wariness; the cautiousness; the self-composed and sensible; the levelheadedness
- caution [the ~] zelfstandig naamwoord
- wariness [the ~] zelfstandig naamwoord
- cautiousness [the ~] zelfstandig naamwoord
- self-composed and sensible [the ~] zelfstandig naamwoord
- levelheadedness [the ~] zelfstandig naamwoord
la vigilance (précaution)
the cautiousness; the caution; the wariness; the deliberacy; the level headedness; the cautiones
- cautiousness [the ~] zelfstandig naamwoord
- caution [the ~] zelfstandig naamwoord
- wariness [the ~] zelfstandig naamwoord
- deliberacy [the ~] zelfstandig naamwoord
- level headedness [the ~] zelfstandig naamwoord
- cautiones [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accuracy	attention; exactitude; justesse; minutie; méticulosité; ponctualité; précision; vigilance
caution	circonspection; pondération; prudence; précaution; vigilance	conduite; management; politique
cautiones	précaution; vigilance
cautiousness	circonspection; pondération; prudence; précaution; vigilance	conduite; management; politique
deliberacy	précaution; vigilance
level headedness	précaution; vigilance
levelheadedness	circonspection; pondération; prudence; précaution; vigilance
prudence	circonspection; prudence; précaution; vigilance	conduite; management; politique
punctuality	attention; exactitude; justesse; minutie; méticulosité; ponctualité; précision; vigilance	exactitude; méticulosité; ponctualité; précision
self-composed and sensible	circonspection; pondération; prudence; précaution; vigilance
wariness	circonspection; pondération; prudence; précaution; vigilance

vigilance

noun

attention que l’on porte avec diligence, avec activité, sur quelque chose ou sur quelqu’un.
- vigilance → vigilance

vigilance

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• vigilance	→ vigilance; wakefulness; watchfulness	↔ waakzaamheid — oplettendheid