Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vice:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor vice (Frans) in het Engels

vice:

vice [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le vice (immoralité; péché; défaut)
    the sin; the vice; the immorality; the fault
    • sin [the ~] zelfstandig naamwoord
    • vice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • immorality [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fault [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vice:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fault défaut; immoralité; péché; vice blâme; bévue; coup manqué; défaut; errance; erreur; faute; gaffe; imperfection; lapsus; méprise; remontrances; reproche; réprimande; réprobation; vitupération; égarement
immorality défaut; immoralité; péché; vice débauche; immoralité; impudeur; libertinage
sin défaut; immoralité; péché; vice
vice défaut; immoralité; péché; vice espièglerie; établi à étau; étau
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sin commettre un péché; pécher
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sin dommage

Synoniemen voor "vice":


Wiktionary: vice

vice
noun
  1. Défaut.
  2. Disposition habituelle au mal.
  3. Disposition à faire un certain mal particulier.
  4. Habitude de la débauche.
vice
noun
  1. bad habit
  2. -

Cross Translation:
FromToVia
vice vice Laster — eine schlechte Angewohnheit

Verwante vertalingen van vice