Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Vertaal tuteur

Vertaal tuteur van Frans naar Engels

Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. tuteur:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor tuteur (Frans) in het Engels

tuteur:

tuteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le tuteur (mentor; guide)
    the supervisor
    the tutor
    – a person who gives private instruction (as in singing, acting, etc.) 1
    • tutor [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le tuteur (professeur; enseignant; professeur de faculté; )
    the teacher; the instructor; the master; the mentor
    • teacher [the ~] zelfstandig naamwoord
    • instructor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • master [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mentor [the ~] zelfstandig naamwoord
    the tutor
    – a person who gives private instruction (as in singing, acting, etc.) 1
    • tutor [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. le tuteur (promoteur; défenseur; protecteur)
    the promoter
    • promoter [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le tuteur (curateur)
    the curator; the guardian; the tutor
    • curator [the ~] zelfstandig naamwoord
    • guardian [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tutor [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. le tuteur (tuteur familial; curateur)
    the family guardian; the guardian
  6. le tuteur (guide; manager; mentor)
    the guide; the host
    • guide [the ~] zelfstandig naamwoord
    • host [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor tuteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
curator curateur; tuteur
family guardian curateur; tuteur; tuteur familial
guardian curateur; tuteur; tuteur familial
guide guide; manager; mentor; tuteur accompagnatrice; celui qui guide les visiteurs; directive; guide; guide touristique; mentor; modèle; parrain; patron; personne qui sert de guide; protecteur; repère; règlement; statut; statuts
host guide; manager; mentor; tuteur animateur; armée; aubergiste; hôte; maître de maison; ordinateur hôte de l'ordinateur virtuel; propriétaire; présentateur
instructor enseignant; enseignante; formateur; maître; maître d'école; maîtresse; mentor; professeur; professeur de faculté; tuteur; tutrice; éducateur; éducatrice enseignant; enseignante; instituteur; instructeur; instructrice; maître; maître d'école; maîtresse; moniteur; professeur; tutrice; éducateur; éducatrice
master enseignant; enseignante; formateur; maître; maître d'école; maîtresse; mentor; professeur; professeur de faculté; tuteur; tutrice; éducateur; éducatrice capitaine; capitaine de vaisseau; champion; chef; commandant; directeur; doyen; enseignant; enseignante; forme de base; homme du pouvoir; instituteur; maestro; marinier; masque; maître; maître d'école; maître juré; maîtresse; mentor; parrain; patron; principal; professeur; roi; seigneur; souverain; supérieur; tête; éducateur; éducatrice
mentor enseignant; enseignante; formateur; maître; maître d'école; maîtresse; mentor; professeur; professeur de faculté; tuteur; tutrice; éducateur; éducatrice guide; mentor; modèle; parrain; patron; personne qui sert de guide; protecteur
promoter défenseur; promoteur; protecteur; tuteur
supervisor guide; mentor; tuteur agent de maîtrise; chef de salle; contrôleur
teacher enseignant; enseignante; formateur; maître; maître d'école; maîtresse; mentor; professeur; professeur de faculté; tuteur; tutrice; éducateur; éducatrice enseignant; enseignante; instituteur; institutrice; instructeur; maître; maître d'école; maîtresse; moniteur; professeur; tutrice; éducateur; éducatrice
tutor curateur; enseignant; enseignante; formateur; guide; maître; maître d'école; maîtresse; mentor; professeur; professeur de faculté; tuteur; tutrice; éducateur; éducatrice enseignant; enseignante; instituteur; instructeur; maître d'école; maîtresse; moniteur; personne qui éduque; professeur; tutrice; éducateur; éducatrice
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
guide balayer; conduire; coordiner; diriger; entraîner; guider; mener; mener à bien; mettre en coordination
master accoutumer; apprendre; gagner; habituer; remporter une victoire; s'accoutumer; s'habituer; se familiariser; triompher; vaincre
tutor apprendre à; enseigner; entraîner; exercer; faire des exercices; former; instruire; s'entraîner; s'exercer; éduquer

Synoniemen voor "tuteur":


Wiktionary: tuteur

tuteur
noun
  1. Celui, celle à qui la tutelle confier.
tuteur
noun
  1. law: person responsible for incompetent person
  2. law: person legally responsible for a minor in loco parentis
  3. archaic: someone in charge of another
  4. piece of wood
  5. a guardian
Cross Translation:
FromToVia
• tuteur → guardian ↔ voogd — Iemand die als vervanger het ouderlijk gezag uitoefent
• tuteur → legal guardian ↔ Vormund — deutsches Familienrecht: natürliche oder juristische Person, subsidiär Behörde, der die Vormundschaft über eine minderjährige Person, den Mündel, übertragen worden ist und die damit als gesetzlicher Vertreter des Mündels fungiert

Verwante vertalingen van tuteur







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0357 seconde
Page rendered in 1.0 seconds