Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. trémulation:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor trémulation (Frans) in het Engels

trémulation:

trémulation [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la trémulation (tremblement)
    the tremor; the shake
    • tremor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • shake [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trémulation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shake tremblement; trémulation choc; frisson; frissonnement; frémissement; heurt; mouvement brusque; saccade; secousse; tremblement; trille; trémolo; vibrato; à-coup
tremor tremblement; trémulation frisson; frissonnement; frémissement; tremblement; tremblote
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shake agiter; choquer; faire peur à qn; frissonner; frémir; frémir d'horreur; grelotter; secouer; trembler; trembloter; tressaillir; vibrer; ébranler

Synoniemen voor "trémulation":


Wiktionary: trémulation

trémulation
noun
  1. shake, quiver, or vibration