Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. syndic:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor syndic (Frans) in het Engels

syndic:

syndic [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le syndic (régent; gouverneur; maître; gérant)
    the governor; the viceroy
    • governor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • viceroy [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le syndic (exécuteur; curateur; gérant)
    the executor; the trustee; the regent
    • executor [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trustee [the ~] zelfstandig naamwoord
    • regent [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor syndic:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
executor curateur; exécuteur; gérant; syndic
governor gouverneur; gérant; maître; régent; syndic
regent curateur; exécuteur; gérant; syndic administrateur; comptable; curateur; gouverneur; gouverneur-général; gérant; intendant; précepteur; régent; régentes; tenant; trustee
trustee curateur; exécuteur; gérant; syndic administrateur; comptable; curateur; gérant; intendant; régent; trustee
viceroy gouverneur; gérant; maître; régent; syndic gouverneur; gouverneur-général; précepteur; régent; tenant; vice-roi

Synoniemen voor "syndic":


Wiktionary: syndic

syndic
noun
  1. Celui qui élire ou désigner pour gérer les affaires d’une collectivité.