Sur in het Engels vertaald uit het Frans

sur (à; après; en; de)
to; on; at; upon; up; in; onto
- to bijvoeglijk naamwoord
- on bijvoeglijk naamwoord
- at bijvoeglijk naamwoord
- upon bijvoeglijk naamwoord
- up bijvoeglijk naamwoord
- in bijvoeglijk naamwoord
- onto
sur (y; à; au-dessus; à côté de; dans; dessus; en; de; là)
at; upon; on; in; to; up
- at bijvoeglijk naamwoord
- upon bijvoeglijk naamwoord
- on bijvoeglijk naamwoord
- in bijvoeglijk naamwoord
- to bijvoeglijk naamwoord
- up bijvoeglijk naamwoord
sur (aigre; acide; amer; désagréable; aigrement; déplaisant)
sourish; tasting sourishly
- sourish bijvoeglijk naamwoord
- tasting sourishly bijvoeglijk naamwoord
sur (aigrelet; acidulé; aigre)
sourish
- sourish bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sourish	acide; acidulé; aigre; aigrelet; aigrement; amer; déplaisant; désagréable; sur
Preposition	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
onto	après; de; en; sur; à
to		à
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
at	autour de; aux environs de; d'après; dans les environs de; en passant par; par; pour; près de; sur; via; à	jusqu'à ce que
to		jusqu'à ce que
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
at	après; au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de	dans; dedans; en; à
in	après; au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de	dans; de; dedans; en; entre les deux; par; à
on	après; au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de
tasting sourishly	acide; aigre; aigrement; amer; déplaisant; désagréable; sur
to	après; au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de	en; jusqu'à; vers; y; à
up	après; au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de	animé; ascendant; avec animation; avec enjouement; avec vivacité; en haut; en montant; montant; qui parle en gesticulant; vers le haut
upon	après; au-dessus; dans; de; dessus; en; là; sur; y; à; à côté de

sur

sur

en-prep

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• sur	→ on	↔ op — aan de bovenkant aanrakend, rustend op
• sur	→ on; click	↔ anklicken — transitiv, EDV: durch einen Klick mit der Maus markieren oder auswählen
• sur	→ in agreement; agreed; at one	↔ einig — einer, derselben, der gleichen Meinung, übereinstimmend, einvernehmlich
• sur	→ stir up; incite; agitate	↔ hussen — intransitiv; österreichisch, südostdeutsch; umgangssprachlich: (eine Menschengruppe) durch Hetze zur Auflehnung aufstacheln; Hetze gegen jemanden treiben; Hass schüren
• sur	→ uppermost; topmost; top	↔ ober- — nur attributiv: sich über etwas befindend

Vertaal sur van Frans naar Engels