Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. simulateur:


Frans

Uitgebreide vertaling voor simulateur (Frans) in het Engels

simulateur:

simulateur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le simulateur
    the simulator
  2. le simulateur
    the malingerer; the simulator; the shammer
  3. le simulateur (personne qui feint; hypocrite)
    the equivocator; the sham
    • equivocator [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sham [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le simulateur (imitateur; suiveur; copieur; zélateur)
    the follower; the imitator

Vertaal Matrix voor simulateur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
equivocator hypocrite; personne qui feint; simulateur
follower copieur; imitateur; simulateur; suiveur; zélateur adepte; adhérant; copiste; disciple; falsificateur; faussaire; garçon; imitateur; partisan; partisane; suiveur; suiviste
imitator copieur; imitateur; simulateur; suiveur; zélateur adepte; adhérant; copiste; disciple; falsificateur; faussaire; imitateur; partisan; suiveur
malingerer simulateur
sham hypocrite; personne qui feint; simulateur apparence; clinquant; comédie; faux-fuyant; façade; mascarade; semblant; simulacre; simulation; subterfuge; trompe-l'oeil
shammer simulateur
simulator simulateur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sham affecter; argumenter; attester; avancer; certifier; déclarer; faire semblant; feindre; porter témoignage; prétendre; prétexter; simuler; soutenir; témoigner
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sham abject; bas; basse; bassement; faussement; faux; feint; fictif; ignoble; ignoblement; inventé; menti; méchant; méprisable; ordinaire; ordinairement; perfide; perfidement; rudement; supposé; vachement; vil; vulgaire; vulgairement

Synoniemen voor "simulateur":


Verwante vertalingen van simulateur