Serviteur in het Engels vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

serviteur:
- servant; assistant; second servant; helper; bystander; clerk; footman; valet
Wiktionary:
- serviteur → servant, attendant, man-servant, manservant, ancillary, server
- serviteur → servant, valet

Frans

Uitgebreide vertaling voor serviteur (Frans) in het Engels

serviteur:

serviteur [le ~] zelfstandig naamwoord

le serviteur (domestique; valet; garçon)
the servant
- servant [the ~] zelfstandig naamwoord
le serviteur (assistant; aide; domestique; commis; membre du personnel; valet; clerc; secondant)
the assistant; the second servant; the helper; the bystander; the clerk; the footman; the valet
- assistant [the ~] zelfstandig naamwoord
- second servant [the ~] zelfstandig naamwoord
- helper [the ~] zelfstandig naamwoord
- bystander [the ~] zelfstandig naamwoord
- clerk [the ~] zelfstandig naamwoord
- footman [the ~] zelfstandig naamwoord
- valet [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor serviteur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assistant	aide; assistant; clerc; commis; domestique; membre du personnel; secondant; serviteur; valet	adjoint; aide; assistant; assistante; domestique; valet; valet de chambre; valet de ferme
bystander	aide; assistant; clerc; commis; domestique; membre du personnel; secondant; serviteur; valet	assistant; spectateur; témoin
clerk	aide; assistant; clerc; commis; domestique; membre du personnel; secondant; serviteur; valet	assistant; assistant de bureau; clerc; commis; employé; employé de bureau; fonctionnaire; membre du personnel; salarié; secrétaire
footman	aide; assistant; clerc; commis; domestique; membre du personnel; secondant; serviteur; valet	domestique; genre humain; homme; humanité; individu; laquais; valet; valet de chambre; être humain
helper	aide; assistant; clerc; commis; domestique; membre du personnel; secondant; serviteur; valet	application auxiliaire; application d'assistance
second servant	aide; assistant; clerc; commis; domestique; membre du personnel; secondant; serviteur; valet
servant	domestique; garçon; serviteur; valet	bonne; domestique; employé de maison; genre humain; homme; humanité; individu; laquais; majordome; maître d'hôtel; servante; valet; valet de chambre; être humain
valet	aide; assistant; clerc; commis; domestique; membre du personnel; secondant; serviteur; valet	aide; domestique; genre humain; homme; humanité; individu; laquais; majordome; maître d'hôtel; valet; valet de chambre; valet de ferme; être humain
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assistant		adjoint

Synoniemen voor "serviteur":

extra; supérieur; extraordinaire; supplément; serveur; barman; garçon; steward; domestique; valet; laquais; ordonnance; chasseur; groom

Wiktionary: serviteur

serviteur

noun

Celui qui est au service d’une personne ou d’une collectivité.
- serviteur → servant; attendant; man-servant

serviteur

noun

a male servant
- manservant → serviteur
person
- ancillary → employé de maison; domestique; serviteur; boy; aide à la personne
one who is hired to perform regular household or other duties, and receives compensation
- servant → serviteur; domestique; servante
-
- servant → domestique; serviteur
one who serves
- server → serviteur; serviteuse

Cross Translation:

From	To	Via
• serviteur	→ servant; valet	↔ Diener — abhängig Arbeitender, der für seinen Herren bestimmte häusliche Pflichten erfüllt, Hausangestellter

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal serviteur van Frans naar Engels

Uitgebreide vertaling voor serviteur (Frans) in het Engels

serviteur:

serviteur [le ~] zelfstandig naamwoord

le serviteur (domestique; valet; garçon)

le serviteur (assistant; aide; domestique; commis; membre du personnel; valet; clerc; secondant)

Vertaal Matrix voor serviteur:

Synoniemen voor "serviteur":

Wiktionary: serviteur