Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. renouvellement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor renouvellement (Frans) in het Engels

renouvellement:

renouvellement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le renouvellement (prolongation; prorogation)
    the prolongation; the renewal
  2. le renouvellement (prolongation; prorogation)
    the prolongation
  3. le renouvellement
    the renewal
    • renewal [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le renouvellement (innovation; revitalisation; réforme; )
    the innovation; the reform; the renewal
    • innovation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • reform [the ~] zelfstandig naamwoord
    • renewal [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor renouvellement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
innovation innovation; renouement; renouvellement; revitalisation; réforme; régénération; transformation innovation; nouveauté
prolongation prolongation; prorogation; renouvellement prolongation
reform innovation; renouement; renouvellement; revitalisation; réforme; régénération; transformation remise en état; réforme; révision
renewal innovation; prolongation; prorogation; renouement; renouvellement; revitalisation; réforme; régénération; transformation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reform altérer; amender; arracher les mauvaises herbes; bêcher; changer; déformer; désherber; labourer; modifier; percer; remanier; renverser; restructurer; retourner; retravailler; réformer; réorganiser; réviser; transformer

Synoniemen voor "renouvellement":


Wiktionary: renouvellement

renouvellement
noun
  1. The act of renewing