Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rai:


Frans

Uitgebreide vertaling voor rai (Frans) in het Engels

rai:

rai [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le rai (tringle; bâton; barreau; )
    the truncheon; the stave; the stick; the rod; the bar; the baton; the cane; the club
    • truncheon [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stave [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stick [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rod [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bar [the ~] zelfstandig naamwoord
    • baton [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cane [the ~] zelfstandig naamwoord
    • club [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le rai (rayon)
    the spoke
    • spoke [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rai:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle auberge; bar; barrage d'une rue; barre; barre de chocolat; barre transversale; barreau; barreaux; barricade; barrière; bistro; bistrot; brasserie; buffet; buvette; bâton; bâton de chocolat; café; cafétéria; coffeeshop; coffeeshops; comptoir; débit de boissons; encombrement; entrave; grillage; grille; grilles; obstacle; poutre transversale; salle de café; salon de thé; taverne; traverse; troussequin; trusquin; zinc
baton barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle baguette; bâton; matraque
cane barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle canne; hampe de roseau; jonc; petite pourriture; pourriture; putréfaction; roseau; roseaux fluviatiles; rotin
club barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle amicale; association; cercle; club; crosse de golf; guilde; guilde de métier; matraque; société; union des artisans
rod barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle baguette; bitte; con; membre viril; poteau; pénis; tige; verges; zizi
spoke rai; rayon rayon
stave barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle lignes; portée; portée d'une notation musicale
stick barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle branche; brin; crosse de hockey; gourdin; knout; levier de changement de vitesses; phylum; pique-feu; rameau; ramification; ringard; scion; taillis; tige; tisonnier; trique; tronc; verge
truncheon barre; barreau; bâton; lingot; rai; rayon; tringle matraque
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar barrer; barricader; bloquer; entraver; fermer au verrou; grillager; griller; obstruer; treillager; verrouiller
stick adhérer; attacher; attraper; avoir des difficultés; barboter; chiper; coller; coller ensemble; engluer; fixer avec de la colle; hésiter; ne pas décoller; pendre; piquer; piétiner; plaquer; prendre; ramer; rester court; s'attacher; s'attacher à; s'attarder; scotcher; se coller; souffler; stagner; tomber à plat; être au point mort; être bloqué; être coincé
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
baton gourdin; knout; trique
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cane canné; de chaume; de jonc; de roseau

Synoniemen voor "rai":