Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rage:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor rage (Frans) in het Engels

rage:

rage [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la rage (hydrophobie)
    the rabies; the hydrophobia; the canine madness
  2. la rage (colère)
    the anger; the wrath
    • anger [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wrath [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. la rage (fureur; folie; délire; )
    the anger; the wrath; the fury; the rage
    • anger [the ~] zelfstandig naamwoord
    • wrath [the ~] zelfstandig naamwoord
    • fury [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rage [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. la rage (fureur; colère)
    the grimness
    • grimness [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. la rage
    the rabies
    • rabies [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor rage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anger colère; courroux; délire; folie; frénésie; fureur; furie; rage; virulence colère; courroux; fureur
canine madness hydrophobie; rage
fury courroux; délire; folie; frénésie; fureur; furie; rage; virulence colère; courroux; fureur; furie
grimness colère; fureur; rage rudesse
hydrophobia hydrophobie; rage crainte de l'eau; hydrophobie; peur de l'eau
rabies hydrophobie; rage
rage courroux; délire; folie; frénésie; fureur; furie; rage; virulence colère; courroux; engouement; fureur; furie; manie; vogue
wrath colère; courroux; délire; folie; frénésie; fureur; furie; rage; virulence colère; courroux; fureur
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
anger agacer; brouiller; déranger; fâcher; gêner; interrompre; irriter; mettre en colère; perturber; piquer; s'irriter; troubler; énerver
rage bouillonner; crier fort; dire des cochonneries; dire des obscénités; faire du tapage; faire rage; fulminer; gronder; hurler; injurier; insulter; lâcher des jurons; mugir; râler contre; s'emporter; se déchaîner contre; se fâcher tout rouge; sortir de ses gonds; tempêter; tonner; tonner contre; vociférer

Synoniemen voor "rage":


Wiktionary: rage

rage
noun
  1. Maladie
rage
noun
  1. A strong feeling of displeasure, hostility or antagonism towards someone or something
  2. anger
  3. viral disease
  4. a violent anger

Cross Translation:
FromToVia
rage rage; anger Ingrimmveraltet: starker Groll oder Zorn
rage quirk; foible Mackesalopp; auf Personen bezogen: sonderbare Eigenart
rage rabies Tollwut — eine hochgefährliche, meist tödlich endende Virusinfektion, die zum Beispiel durch einen Biss von Tieren (Hund, Fuchs) auch auf den Menschen übertragen werden kann
rage anger; fury; wrath; rage Wut — starke Gemütserregung, ein Gefühl großen Ärgers, oft in Verbindung mit aggressivem Verhalten
rage anger; dudgeon; fury; rage; wrath woede — een gevoel van erge kwaadheid

Verwante vertalingen van rage