Possession in het Engels vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

possession:
- possession; property; ownership; assets; commodities; belonging; household effects
Wiktionary:
- possession → possession, holding, ownership, property
- possession → possession, belongings

Frans

Uitgebreide vertaling voor possession (Frans) in het Engels

la possession (biens; propriété; propriétés; bien)
the possession; the property; the ownership; the assets; the commodities
- possession [the ~] zelfstandig naamwoord
- property [the ~] zelfstandig naamwoord
- ownership [the ~] zelfstandig naamwoord
- assets [the ~] zelfstandig naamwoord
- commodities [the ~] zelfstandig naamwoord
la possession (biens; propriété)
the possession; the belonging
- possession [the ~] zelfstandig naamwoord
- belonging [the ~] zelfstandig naamwoord
la possession (biens; mobilier; équipement ménager; meubles; biens meubles; propriété; actif)
the household effects
- household effects [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
assets	bien; biens; possession; propriété; propriétés	avoir; crédit
belonging	biens; possession; propriété
commodities	bien; biens; possession; propriété; propriétés	articles; articles commerciaus; biens; marchandise; marchandises
household effects	actif; biens; biens meubles; meubles; mobilier; possession; propriété; équipement ménager
ownership	bien; biens; possession; propriété; propriétés	droit; fondement juridique; propriété; propriété des biens
possession	bien; biens; possession; propriété; propriétés
property	bien; biens; possession; propriété; propriétés	analyse; avoir; cachet; caractéristique; crédit; décoration; emblème; indice; marque; marque distinctive; particularité; poinçon; portrait; profil; propriété; qualité; sceau; signal; signe; singularité; symbole; trait; trait de caractère; trait distinctif
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belonging		appartenant à; ayant sa place

possession

noun

possession

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• possession	→ possession	↔ possessie — bezit, bezitting
• possession	→ possession; belongings	↔ Habe — Besitz