Porte-Parole in het Engels vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

porte-parole:
- representative; spokesman; spokesperson; informant; spokeswoman; Speaker; informer; rapporteur; mouthpiece; speaking-tube; speaking-trumpet
- spokeswoman; spokesperson; mouthpiece; speaker
Wiktionary:
- porte-parole → spokesperson, spokesman, advocate
- porte-parole → spokeswoman, spokesman

Frans

Uitgebreide vertaling voor porte-parole (Frans) in het Engels

le porte-parole (orateur)
the representative; the spokesman; the spokesperson; the informant; the spokeswoman; the Speaker; the informer; the rapporteur; the mouthpiece
- representative [the ~] zelfstandig naamwoord
- spokesman [the ~] zelfstandig naamwoord
- spokesperson [the ~] zelfstandig naamwoord
- informant [the ~] zelfstandig naamwoord
- spokeswoman [the ~] zelfstandig naamwoord
- Speaker [the ~] zelfstandig naamwoord
- informer [the ~] zelfstandig naamwoord
- rapporteur [the ~] zelfstandig naamwoord
- mouthpiece [the ~] zelfstandig naamwoord
le porte-parole
the mouthpiece
- mouthpiece [the ~] zelfstandig naamwoord
le porte-parole (cornet acoustique; porte-voix)
the speaking-tube; the speaking-trumpet
- speaking-tube [the ~] zelfstandig naamwoord
- speaking-trumpet [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Speaker	orateur; porte-parole
informant	orateur; porte-parole	chroniqueur; commentateur; correspondant; délateur; dénonciateur; envoyé spécial; indicateur; informant; informateur; informatrice; rapporteur; reporter; tuyauteur
informer	orateur; porte-parole	agent; agent secret; chroniqueur; commentateur; correspondant; délateur; dénonciateur; détecteur; envoyé spécial; espion; indicateur; indicatrice; indicatrice de police; informant; informante; informateur; lampe-témoin; mouchard; rapporteur; rapporteuse; reporter; tuyauteur; tuyauteuse; témoin
mouthpiece	orateur; porte-parole	bouquin; embout
rapporteur	orateur; porte-parole	chroniqueur; commentateur; correspondant; envoyé spécial; informateur; rapporteur; reporter; tuyauteur
representative	orateur; porte-parole	agent de vente; ambassadeur; commis-voyageur; délegué; délégué; démarcheur; député; intérimaire; mandataire; remplaçant; représentant; substitut; suppléant; vendeur
speaker	porte-parole	baffle; conférencier; enceinte; haut-parleur; initiateur; introducteur; locuteur; orateur; quelqu'un qui fait un discours; téléphone mains libres
speaking-trumpet	cornet acoustique; porte-parole; porte-voix
speaking-tube	cornet acoustique; porte-parole; porte-voix	mégaphone; tuyau acoustique
spokesman	orateur; porte-parole
spokesperson	orateur; porte-parole
spokeswoman	orateur; porte-parole
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
representative		représentatif

porte-parole

noun

Celui qui porter la parole, les revendications, les doléances, pour une assemblée, pour une compagnie, pour une personne.
- porte-parole → spokesperson; spokesman

porte-parole

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• porte-parole	→ spokeswoman	↔ Sprecherin — weibliche Person, die beauftragt ist, für andere zu sprechen
• porte-parole	→ spokesman	↔ woordvoerder — persoon

Computer vertaling door derden: