Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. oison:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor oison (Frans) in het Engels

oison:

oison [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'oison (dinde; oie; bécasse)
    the goose; the gossling
    • goose [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gossling [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'oison
    the gosling
    • gosling [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'oison (niaise)
    the nitwit; the dimwit
    • nitwit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dimwit [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor oison:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dimwit niaise; oison abruti; benêt; bonne poire; chouette; cloche; connard; crétin; esprit vide; gros bêta; hibou; imbécile; mulet; nigaud; noix; nouille; oie blanche; sot; triple buse; tête d'oeuf; âne
goose bécasse; dinde; oie; oison
gosling oison
gossling bécasse; dinde; oie; oison
nitwit niaise; oison abruti; ballot; benêt; bonne poire; bécasse; bêta; chouette; cloche; connard; crétin; esprit vide; gros bêta; gros malin; hibou; idiot; imbécile; mulet; niais; nigaud; noix; nouille; oie blanche; pauvre diable; sot; triple buse; tête d'oeuf; tête de veau; âne

Synoniemen voor "oison":


Wiktionary: oison

oison
noun
  1. Petit de l’oie
  2. Personne niaise
oison
noun
  1. young goose