Noeud in het Engels vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

Frans

Uitgebreide vertaling voor noeud (Frans) in het Engels

le noeud (carrefour; noeud routier; croisement; embranchement)
the junction; the intersection; the crossing
- junction [the ~] zelfstandig naamwoord
- intersection [the ~] zelfstandig naamwoord
- crossing [the ~] zelfstandig naamwoord
le noeud
the knob
- knob [the ~] zelfstandig naamwoord
le noeud
the node
– A location in a hierarchy (often a tree structure) that can have links to one or more nodes below it. ¹
- node [the ~] zelfstandig naamwoord
le noeud
the node
– For local area networks (LANs), a device that is connected to the network and is capable of communicating with other network devices. ¹
- node [the ~] zelfstandig naamwoord
le noeud (loupe)
the gnarls; the knots
- gnarls [the ~] zelfstandig naamwoord
- knots [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
crossing	carrefour; croisement; embranchement; noeud; noeud routier	carrefour; croisement; croisée; intersection; jonction; passage; passage clouté; passage piéton; passage piétonnier; passage zébré; point d'intersection; traversée; voyage par mer
gnarls	loupe; noeud	loupes; loupes d'arbre
intersection	carrefour; croisement; embranchement; noeud; noeud routier	bifurcation; carrefour; coupure; croisement; croisée; intersection; jonction; point d'intersection; recoupement
junction	carrefour; croisement; embranchement; noeud; noeud routier	accouplement; assemblage; carrefour; combinaison; confluence; connexion; croisement; croisée; embranchement; intersection; jonction; liaison; lien; raccord; rapport; relation; réunion
knob	noeud	bosse; inégalité
knots	loupe; noeud	brosses; loupes; loupes d'arbre; touffes
node	noeud	nœud
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
crossing		croisant

boucle; anneau; bouclette; embranchement; carrefour; rond-point; bifurcation; fourche; bretelle; entrelacement; entrelacs; réseau; entrecroisement; filet; lacis; chaîne; gland; balanite; ligature; attache; bandage; garrot; loch; fjord; nodosité; nodule; nouure; collet; lien; lacs; épissure

noeud

noun