Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. museau:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor museau (Frans) in het Engels

museau:

museau [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le museau (gueule; bec)
    the jaws; the muzzle; the snout; the mouth; the face
    • jaws [the ~] zelfstandig naamwoord
    • muzzle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • snout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mouth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • face [the ~] zelfstandig naamwoord
    the beak
    – beaklike mouth of animals other than birds (e.g., turtles) 1
    • beak [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le museau (bec; gueule; groin)
    the forwardness; the boldness; the nerve; the impudence; the cheekiness; the sauciness
  3. le museau (clapet; gueule; bec)
    the snout; the jaws; the mouth; the orifice; the face
    • snout [the ~] zelfstandig naamwoord
    • jaws [the ~] zelfstandig naamwoord
    • mouth [the ~] zelfstandig naamwoord
    • orifice [the ~] zelfstandig naamwoord
    • face [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le museau (pif)
    the muzzle; the snitch
    • muzzle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • snitch [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. le museau (mufle)
    the dog's snout

Vertaal Matrix voor museau:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beak bec; gueule; museau bec; bec d'oiseau
boldness bec; groin; gueule; museau aplomb; assurance; audace; brutalité; calvitie; courage; cran; culot; effronterie; franc-parler; franchise; grossièreté; hardiesse; impertinence; insolence; intrépidité; trop grande familiarité; témérité
cheekiness bec; groin; gueule; museau
dog's snout mufle; museau
face bec; clapet; gueule; museau bobine; devant; devanture; face; façade; figure; frimousse; front; gueule; physionomie; plan; police; spectacle; trogne; visage; visibilité; vision; vue
forwardness bec; groin; gueule; museau audace; impertinence; impudence; insolence
impudence bec; groin; gueule; museau assurance; audace; brutalité; effronterie; grossièreté; impertinence; impudence; indiscrétion; insolence; trop grande familiarité
jaws bec; clapet; gueule; museau bouche
mouth bec; clapet; gueule; museau bouche; embouchure
muzzle bec; gueule; museau; pif bouche
nerve bec; groin; gueule; museau audace; bravoure; courage; cran; culot; grain; hardiesse; nerf; nervure; témérité; veine
orifice bec; clapet; gueule; museau bouche
sauciness bec; groin; gueule; museau
snitch museau; pif
snout bec; clapet; gueule; museau
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
face affronter; braver; confronter; défier; faire face à
snitch barboter; chiper; choper; dérober; enlever; faucher; marauder; piller; piquer; prendre; rafler; retirer; s'emparer; subtiliser; voler; ôter
snout attraper; barboter; chiper; piquer; prendre; souffler

Synoniemen voor "museau":


Wiktionary: museau

museau
noun
  1. partie de la tête de certains animaux, qui comprendre la gueule et le nez. Il se dit surtout lorsque cette partir est pointue.
museau
noun
  1. snout, nose of an animal
  2. part of animal's head
  3. long, projecting nose, mouth and jaw of a beast

Cross Translation:
FromToVia
museau snout Schnauze — vorspringender Maul- und Nasenbereich bei Tieren