Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. manières:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor manières (Frans) in het Engels

manières:

manières [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la manières (usages du monde; savoir-vivre)
    the manners; the morals
    • manners [the ~] zelfstandig naamwoord
    • morals [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. la manières (affectation; théâtre; comédie; )
    the affectation; the pose; the swank; the put on
    • affectation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pose [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swank [the ~] zelfstandig naamwoord
    • put on [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. la manières (chichis; frange; façons; )
    the fuss
    • fuss [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manières:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affectation action; affectation; artifice; chichi; comédie; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre affectation; artifice; fausseté; maniérisme
fuss chichis; cérémonies; effilochure; façons; frange; manières; éraillure brouhaha; bruit; cas; chamailleries; chichis; chinoiseries; commotion; difficulté; embarras; emmerdement; emmerdements; engueulades; ennuis; esbroufe; histoires; prolixité; querelles; remue-ménage; rumeur; tam-tam; tapage; tracas; tumulte; vacarme; verbosité; éclat
manners manières; savoir-vivre; usages du monde courtoisie; politesse; savoir-vivre
morals manières; savoir-vivre; usages du monde
pose action; affectation; artifice; chichi; comédie; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre fait de poser comme modèle
put on action; affectation; artifice; chichi; comédie; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre
swank action; affectation; artifice; chichi; comédie; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre bluff; bravache; bravade; crâneur; esbroufeur; fanfaronnade; ostentation; vantardise
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pose faire de la figuration; figurer
put on allumer; brancher sur; brûler; chausser; faire du feu; faire fonctionner; faire marcher; flamber; habiller; mettre; mettre en circuit; mettre en marche; mettre feu à; nouer; prendre feu; s'enflammer; s'habiller; se couvrir; se vêtir; établir le contact
swank bluffer; exagérer; faire de l'esbroufe; faire de l'épate; faire le fanfaron; fanfaronner; se vanter; se vanter de
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
put on mis en circuit; mis en marche

Wiktionary: manières

manières
noun
  1. etiquette

Verwante vertalingen van manières