Maigreur in het Engels vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

maigreur:
- hollowness; thinness; leanness; slenderness; meagreness; skinnyness; meagerness; sparsity; poorness; skinniness; lankiness
Wiktionary:
- maigreur → meagerness

Frans

Uitgebreide vertaling voor maigreur (Frans) in het Engels

la maigreur (minceur)
the hollowness; the thinness; the leanness
- hollowness [the ~] zelfstandig naamwoord
- thinness [the ~] zelfstandig naamwoord
- leanness [the ~] zelfstandig naamwoord
la maigreur (sveltesse; minceur)
the slenderness
- slenderness [the ~] zelfstandig naamwoord
la maigreur (rudesse; pauvreté; rugosité)
the leanness; the thinness; the meagreness; the skinnyness; the meagerness
- leanness [the ~] zelfstandig naamwoord
- thinness [the ~] zelfstandig naamwoord
- meagreness [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- skinnyness [the ~] zelfstandig naamwoord
- meagerness [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
la maigreur (pauvreté; misère; frugalité)
the sparsity; the leanness; the thinness; the poorness; the hollowness; the meagreness; the skinniness; the lankiness; the meagerness
- sparsity [the ~] zelfstandig naamwoord
- leanness [the ~] zelfstandig naamwoord
- thinness [the ~] zelfstandig naamwoord
- poorness [the ~] zelfstandig naamwoord
- hollowness [the ~] zelfstandig naamwoord
- meagreness [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- skinniness [the ~] zelfstandig naamwoord
- lankiness [the ~] zelfstandig naamwoord
- meagerness [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
hollowness	frugalité; maigreur; minceur; misère; pauvreté	cavité; creux; pourriture; vide
lankiness	frugalité; maigreur; misère; pauvreté
leanness	frugalité; maigreur; minceur; misère; pauvreté; rudesse; rugosité
meagerness	frugalité; maigreur; misère; pauvreté; rudesse; rugosité	frugalité; humilité; infortune; mesquinerie; misère; modestie; parcimonie; pauvreté; pénurie
meagreness	frugalité; maigreur; misère; pauvreté; rudesse; rugosité	frugalité; humilité; infortune; mesquinerie; misère; modestie; parcimonie; pauvreté; pénurie
poorness	frugalité; maigreur; misère; pauvreté	air miteux; apparence misérable; besoin; condition minable; défectuosité; imperfection; impotence; indigence; infirmité; infortune; invalidité; nécessité; pauvreté
skinniness	frugalité; maigreur; misère; pauvreté
skinnyness	maigreur; pauvreté; rudesse; rugosité
slenderness	maigreur; minceur; sveltesse	frugalité; humilité; infortune; mesquinerie; misère; modestie; parcimonie; pauvreté; pénurie
sparsity	frugalité; maigreur; misère; pauvreté	densité
thinness	frugalité; maigreur; minceur; misère; pauvreté; rudesse; rugosité	rareté; ténuité

maigreur

noun