Overzicht
Frans naar Engels: Meer gegevens...
- instruit:
- instruire:
-
Wiktionary:
- instruit → well-educated, informed, be well versed, learned, knowledgeable, privy
- instruit → erudite
- instruire → brief, instruct, inform
- instruire → teach, school, instruct
Frans
Uitgebreide vertaling voor instruit (Frans) in het Engels
instruit:
-
instruit (cultivé; sage; érudit; savant; très savant; qui a beaucoup lu; lettré; qui a fait des études supérieures)
wise; erudite; sage; lettered; university-educated; learned; well-educated; academic; well-read; scholarly; very learned-
wise bijvoeglijk naamwoord
-
erudite bijvoeglijk naamwoord
-
sage bijvoeglijk naamwoord
-
lettered bijvoeglijk naamwoord
-
university-educated bijvoeglijk naamwoord
-
learned bijvoeglijk naamwoord
-
well-educated bijvoeglijk naamwoord
-
academic bijvoeglijk naamwoord
-
well-read bijvoeglijk naamwoord
-
scholarly bijvoeglijk naamwoord
-
very learned bijvoeglijk naamwoord
-
-
instruit (bien élevé; poli; courtois; propre; poliment; galant; complaisant; soigné; comme il faut; courtoisement; civil; cultivé; serviable; civilisé; prévenant)
polite; well-mannered; courteous; complaisant; mannerly; civil; pliable; pliant; forward; responsive; courtly; chivalrous; obliging; well-educated; well educated; well bred-
polite bijvoeglijk naamwoord
-
well-mannered bijvoeglijk naamwoord
-
courteous bijvoeglijk naamwoord
-
complaisant bijvoeglijk naamwoord
-
mannerly bijvoeglijk naamwoord
-
civil bijvoeglijk naamwoord
-
pliable bijvoeglijk naamwoord
-
pliant bijvoeglijk naamwoord
-
forward bijvoeglijk naamwoord
-
responsive bijvoeglijk naamwoord
-
courtly bijvoeglijk naamwoord
-
chivalrous bijvoeglijk naamwoord
-
obliging bijvoeglijk naamwoord
-
well-educated bijvoeglijk naamwoord
-
well educated bijvoeglijk naamwoord
-
well bred bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor instruit:
Synoniemen voor "instruit":
Wiktionary: instruit
instruit
Cross Translation:
adjective
instruit
-
Qualifie une personne qui connaît les informations et plus généralement qui a un savoir.
- instruit → well-educated; informed; be well versed
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• instruit | → erudite | ↔ belesen — versiert im Bereich Literatur, reich an Kenntnissen |
instruit vorm van instruire:
instruire werkwoord (instruis, instruit, instruisons, instruisez, instruisent, instruisais, instruisait, instruisions, instruisiez, instruisaient, instruisis, instruisit, instruisîmes, instruisîtes, instruisirent, instruirai, instruiras, instruira, instruirons, instruirez, instruiront)
-
instruire (enseigner; donner des cours)
-
instruire (entraîner; former; éduquer)
-
instruire (renseigner; enseigner; donner des cours; donner des instructions)
-
instruire (enseigner; apprendre; éduquer; former)
-
instruire (enseigner; apprendre; donner des instructions)
-
instruire (apprendre; enseigner; former)
-
instruire (informer de; rapporter; faire savoir; communiquer; prévenir; renseigner; annoncer; mettre au courant; se renseigner; faire connaître; mettre au courant de; faire part à; s'informer de)
-
instruire (apprendre qch; donner des cours; donner des instructions; enseigner)
Conjugations for instruire:
Présent
- instruis
- instruis
- instruit
- instruisons
- instruisez
- instruisent
imparfait
- instruisais
- instruisais
- instruisait
- instruisions
- instruisiez
- instruisaient
passé simple
- instruisis
- instruisis
- instruisit
- instruisîmes
- instruisîtes
- instruisirent
futur simple
- instruirai
- instruiras
- instruira
- instruirons
- instruirez
- instruiront
subjonctif présent
- que j'instruise
- que tu instruises
- qu'il instruise
- que nous instruisions
- que vous instruisiez
- qu'ils instruisent
conditionnel présent
- instruirais
- instruirais
- instruirait
- instruirions
- instruiriez
- instruiraient
passé composé
- ai instruit
- as instruit
- a instruit
- avons instruit
- avez instruit
- ont instruit
divers
- instruis!
- instruisez!
- instruisons!
- instruit
- instruisant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor instruire:
Synoniemen voor "instruire":
Wiktionary: instruire
instruire
Cross Translation:
verb
instruire
-
Présenter aux acteurs concernés des informations ou des directives relatives à une opération avant le début de celle-ci.
- instruire → brief
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• instruire | → teach; school | ↔ scholen — aan een opleiding onderwerpen |
• instruire | → teach; instruct | ↔ instrueren — een vaardigheid onderwijzen |
• instruire | → instruct | ↔ instruieren — anweisen, anleiten |