Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. infectieux:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor infectieux (Frans) in het Engels

infectieux:

infectieux bijvoeglijk naamwoord

  1. infectieux (contagieux; transmissible; transférable)
    contagious; infectious; catching; transmittable; infecting
  2. infectieux (contagieux; transmissible; transférable)
    contagious; infective; infectious

Vertaal Matrix voor infectieux:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infecting contamination; empoisonnement; infection; intoxication
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
catching contagieux; infectieux; transférable; transmissible
contagious contagieux; infectieux; transférable; transmissible
infectious contagieux; infectieux; transférable; transmissible
infective contagieux; infectieux; transférable; transmissible
transmittable contagieux; infectieux; transférable; transmissible
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
infecting contagieux; infectieux; transférable; transmissible

Synoniemen voor "infectieux":

  • bactérien; viral; purulent; sanieux; infecté

Wiktionary: infectieux

infectieux
adjective
  1. Qui produit une infection.