Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gonflement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor gonflement (Frans) in het Engels

gonflement:

gonflement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le gonflement (enflure; bouton; quignon; )
    the swelling; the swollen spot
  2. le gonflement (enflure)
    the distension; the puffiness; the tumidity
  3. le gonflement (enflure)
    the swelling; the rising
    • swelling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rising [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le gonflement (petit bouton sur le corps; enflure 2; bulle; )
    the blotch; the pimple; the zit
    • blotch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pimple [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zit [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. le gonflement (enflure; tuméfaction; ampoule; )
    the lump; the swelling; the swollen spot

Vertaal Matrix voor gonflement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blotch abcès; ampoule; bosse; bubon; bulle; contusion; enflure; enflure 2; gonflement; lésion; meurtrissure; petit bouton sur le corps; quignon; tumeur; tuméfaction
distension enflure; gonflement
lump abcès; ampoule; bosse; bubon; enflure; gonflement; meurtrissure; tumeur; tuméfaction blessure; bosse; bouffissure; boule; caillot; enflure; gros morceau; grosseur; grumeau; masse; morceau; motte; petit morceau; renflement; traumatisme
pimple abcès; ampoule; bosse; bubon; bulle; contusion; enflure; enflure 2; gonflement; lésion; meurtrissure; petit bouton sur le corps; quignon; tumeur; tuméfaction bouton; furoncle
puffiness enflure; gonflement effet de renflement
rising enflure; gonflement accroissement; accrue; croissance; monte; monter; prendre l'air; prendre son vol; résurrection; s'élever; élévation
swelling abcès; ampoule; bosse; bouton; bubon; bulle; contusion; enflure; gonflement; lésion; meurtrissure; quignon; tumeur; tuméfaction accrue; blessure; bosse; bouffissure; boule; croissance; enflure; grosseur; renflement; traumatisme
swollen spot abcès; ampoule; bosse; bouton; bubon; bulle; contusion; enflure; gonflement; lésion; meurtrissure; quignon; tumeur; tuméfaction bouffissure; enflure
tumidity enflure; gonflement
zit abcès; ampoule; bosse; bubon; bulle; contusion; enflure; enflure 2; gonflement; lésion; meurtrissure; petit bouton sur le corps; quignon; tumeur; tuméfaction
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rising grimpant; montant; s'élevant; surgissant

Synoniemen voor "gonflement":


Wiktionary: gonflement

gonflement
noun
  1. État de ce qui est gonflé
gonflement
noun
  1. the state of being swollen