Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Vertaal gaucherie

Vertaal gaucherie van Frans naar Engels

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

gaucherie:
- bungling; botching; awkwardness; fumblingness; numbness
Wiktionary:
- gaucherie → left-handedness

Frans

Uitgebreide vertaling voor gaucherie (Frans) in het Engels

gaucherie:

gaucherie [la ~] zelfstandig naamwoord

la gaucherie (maladresse)
the bungling; the botching
- bungling [the ~] zelfstandig naamwoord
- botching [the ~] zelfstandig naamwoord
la gaucherie (maladresse; incommodité)
the awkwardness
- awkwardness [the ~] zelfstandig naamwoord
la gaucherie (pauvreté; maladresse)
the fumblingness
- fumblingness [the ~] zelfstandig naamwoord
la gaucherie (raideur; rigidité; fixité)
the numbness
- numbness [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gaucherie:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
awkwardness	gaucherie; incommodité; maladresse	embarras; gêne
botching	gaucherie; maladresse	barbouillage; gâchage
bungling	gaucherie; maladresse	barbotage; barbouillage; bazar; bordel; bousillage; bricolage; brouillon; bâclage; chaos; désordre; fatras; fouillis; gribouillage; gâchage; inhabilité; maladresse; musarderie; musardise; niaiserie; pagaille; pataugeage; rabâchage; ramassis; saletés; travail d'amateur; tripotage; éclaboussure
fumblingness	gaucherie; maladresse; pauvreté
numbness	fixité; gaucherie; raideur; rigidité	anesthésie; assourdissement; engourdissement; impassibilité; indifférence; insensibilité; raideur; raidissement; étourdissement
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bungling		godiche; pataud

Synoniemen voor "gaucherie":

balourdise; sottise; stupidité; bêtise; maladresse; gaffe; bévue; embarras; confusion; malaise; gêne; trouble; timidité; impair; crainte; appréhension; pusillanimité

Wiktionary: gaucherie

gaucherie

noun

Fait d’être gaucher.
- gaucherie → left-handedness

gaucherie

noun

state of being left-handed
- left-handedness → sinistralité; gaucherie