Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fils:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fils (Frans) in het Engels

fils:

fils [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le fils
    the son
    • son [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le fils
    the sons
    • sons [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. le fils (cordes; ficelles)
    the cords; the strings; the ropes
    • cords [the ~] zelfstandig naamwoord
    • strings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ropes [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le fils (cordes; lacets; ficelles; galons; cordons)
    the cords; the strings; the laces; the ropes
    • cords [the ~] zelfstandig naamwoord
    • strings [the ~] zelfstandig naamwoord
    • laces [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ropes [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fils:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cords cordes; cordons; ficelles; fils; galons; lacets cordages; cordes; câbles; fils électriques; galons
laces cordes; cordons; ficelles; fils; galons; lacets lacets; passements
ropes cordes; cordons; ficelles; fils; galons; lacets cordages; cordes; câbles; galons; passements
son fils gamin; gosse
sons fils
strings cordes; cordons; ficelles; fils; galons; lacets cordages; cordes; câbles; ficelles; galons; munition de cordes; musicien qui joue d'un instrument à cordes

Synoniemen voor "fils":


Wiktionary: fils

fils
noun
  1. Tout être humain du sexe masculin considéré par rapport à son père et à sa mère, ou à un des deux seulement.
fils
noun
  1. a male person in relation to his parents

Cross Translation:
FromToVia
fils son Sohn — männlicher, direkter Nachkomme
fils son zoon — een mannelijk kind

Verwante vertalingen van fils