Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. férocité:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor férocité (Frans) in het Engels

férocité:

férocité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la férocité (inhumanité; cruauté; barbarie; bestialité)
    the inhumanity; the barbarity; the brutality
  2. la férocité (sauvagerie; furie)
    the savageness

Vertaal Matrix voor férocité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
barbarity barbarie; bestialité; cruauté; férocité; inhumanité
brutality barbarie; bestialité; cruauté; férocité; inhumanité assurance; audace; brutalité; effronterie; grossièreté; impertinence; insolence; trop grande familiarité
inhumanity barbarie; bestialité; cruauté; férocité; inhumanité
savageness furie; férocité; sauvagerie

Synoniemen voor "férocité":


Wiktionary: férocité

férocité
noun
  1. naturel féroce.
férocité
noun
  1. the property of being rabid