Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. environnant:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor environnant (Frans) in het Engels

environnant:

environnant bijvoeglijk naamwoord

  1. environnant (adjacent; avoisinant; voisin; )
    neighbouring; surrounding; adjacent; neighboring
  2. environnant (limitrophe; adjacent; avoisinant; )
    adjacent; neighbouring; adjoining; neighboring

Vertaal Matrix voor environnant:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neighboring celui qui habite les environs; voisin
neighbouring celui qui habite les environs; voisin
surrounding celui qui habite les environs; voisin
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adjacent adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; proche; voisin; à côté adjacent; avoisinant; limitrophe; voisin
neighboring adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; proche; voisin; à côté adjacent; avoisinant; limitrophe; voisin
neighbouring adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; proche; voisin; à côté adjacent; avoisinant; limitrophe; voisin
surrounding adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; voisin; à côté autour; autour de; aux alentours de; tout autour; voisin
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adjoining adjacent; avoisinant; contigu; environnant; limitrophe; proche; voisin; à côté adjacent; avoisinant; limitrophe; voisin

Synoniemen voor "environnant":


Wiktionary: environnant

environnant
adjective
  1. Qui environner, qui est aux environs.