Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. endurance:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor endurance (Frans) in het Engels

endurance:

endurance [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'endurance (ténacité; résistance)
    the endurance; the stamina
  2. l'endurance (résistance; énergie; élasticité; savoir encaisser)
    the resilience; the stamina

Vertaal Matrix voor endurance:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
endurance endurance; résistance; ténacité
resilience endurance; résistance; savoir encaisser; élasticité; énergie
stamina endurance; résistance; savoir encaisser; ténacité; élasticité; énergie

Synoniemen voor "endurance":


Wiktionary: endurance

endurance
noun
  1. (sport) faculté, force d’endurer la fatigue physique, les privations.
endurance
noun
  1. ability to endure hardship
  2. the measure of a person's stamina or persistence
  3. power of sustained exertion
  4. state of being tough

Cross Translation:
FromToVia
endurance staying-power uithoudingsvermogen — het vermogen van iemand om zich voor een lange tijd in te spannen of pijn te verdragen
endurance endurance Ausdauer — Fähigkeit, etwas über längere Zeit unnachgiebig, beständig durchzuhalten

Verwante vertalingen van endurance