Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. embrasure:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor embrasure (Frans) in het Engels

embrasure:

embrasure [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'embrasure (brèche; baie)
    the doorway
    • doorway [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'embrasure
    the embrasure

Vertaal Matrix voor embrasure:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorway baie; brèche; embrasure accès; entrée; porte
embrasure embrasure meurtrière

Synoniemen voor "embrasure":


Wiktionary: embrasure

embrasure
noun
  1. ouverture pratiquer dans l’épaisseur des murs d’une maison, d’un appartement, pour y placer une porte, une fenêtre.
embrasure
noun
  1. Any of the indentations between the merlons of a battlement