Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. denier:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor denier (Frans) in het Engels

denier:

denier [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le denier (argent; blé; fric; pognon; capitaux)
    the funds; the cash; the money; the penny
    • funds [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cash [the ~] zelfstandig naamwoord
    • money [the ~] zelfstandig naamwoord
    • penny [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le denier (sou)
    the nickel; the five-cent piece

Vertaal Matrix voor denier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cash argent; blé; capitaux; denier; fric; pognon argent; blé; capitaux; centimes; deniers; disponibilités; encaisse; encaisses; fric; liquide; monnaie; monnaie comptant; pièces d'argent; pognon; sous
five-cent piece denier; sou
funds argent; blé; capitaux; denier; fric; pognon finances; moyens financiers
money argent; blé; capitaux; denier; fric; pognon Devise; argent; blé; capitaux; centimes; deniers; fric; monnaie; pièces d'argent; pognon; sous
nickel denier; sou nickel
penny argent; blé; capitaux; denier; fric; pognon centime; sou
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cash capitaliser; convertir en espèces; encaisser; payer; percevoir; toucher
nickel nickeler
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cash au comptant; cash; comptant; en liquide; liquide
nickel de nickel; en nickel; nickelé

Wiktionary: denier

denier
noun
  1. antiquité|fr monnaie romaine d’argent qui, jusqu’à l’an 536 de Rome, valoir dix as et plus tard seize.
denier
noun
  1. coin
  2. unit of fineness of yarn
  3. silver coin