Constructeur in het Engels vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

constructeur:
- construction worker; building labourer; contractor; building contractor; builder; design engineer; designer; compiler; drafter; composer; arranger; anthologist; framer; constructor; author; producer; maker; architect; artist; manufacturer; creator; originator
- creative
Wiktionary:
- constructeur → builder, constructor
- constructeur → building
- constructeur → design engineer

Frans

Uitgebreide vertaling voor constructeur (Frans) in het Engels

constructeur:

constructeur [le ~] zelfstandig naamwoord

le constructeur (ouvrier du bâtiment; faiseur)
the construction worker; the building labourer
- construction worker [the ~] zelfstandig naamwoord
- building labourer [the ~] zelfstandig naamwoord
le constructeur (entrepreneur de construction; entrepreneur de bâtiments; entrepreneur)
the contractor; the building contractor; the builder
- contractor [the ~] zelfstandig naamwoord
- building contractor [the ~] zelfstandig naamwoord
- builder [the ~] zelfstandig naamwoord
le constructeur
the design engineer; the designer
- design engineer [the ~] zelfstandig naamwoord
- designer [the ~] zelfstandig naamwoord
le constructeur
the compiler; the drafter; the composer; the arranger; the anthologist; the framer
- compiler [the ~] zelfstandig naamwoord
- drafter [the ~] zelfstandig naamwoord
- composer [the ~] zelfstandig naamwoord
- arranger [the ~] zelfstandig naamwoord
- anthologist [the ~] zelfstandig naamwoord
- framer [the ~] zelfstandig naamwoord
le constructeur
the constructor
– A special initialization function that is called automatically whenever an instance of a class is declared. This function prevents errors that result from the use of uninitialized objects. The constructor must have the same name as the class itself and must not return a value. ¹
- constructor [the ~] zelfstandig naamwoord
le constructeur (faiseur; auteur; fabricant; architecte)
the author; the producer; the maker; the architect; the artist
- author [the ~] zelfstandig naamwoord
- producer [the ~] zelfstandig naamwoord
- maker [the ~] zelfstandig naamwoord
- architect [the ~] zelfstandig naamwoord
- artist [the ~] zelfstandig naamwoord
le constructeur (fabricant; producteur; industriel)
the manufacturer; the producer; the maker
- manufacturer [the ~] zelfstandig naamwoord
- producer [the ~] zelfstandig naamwoord
- maker [the ~] zelfstandig naamwoord
le constructeur (créateur; faiseur; architecte; auteur; inventeur; fabricant)
the creator; the originator; the maker; the author
- creator [the ~] zelfstandig naamwoord
- originator [the ~] zelfstandig naamwoord
- maker [the ~] zelfstandig naamwoord
- author [the ~] zelfstandig naamwoord

constructeur bijvoeglijk naamwoord

constructeur (créateur)
creative
- creative bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor constructeur:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
anthologist	constructeur	collectionneur
architect	architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur	architecte
arranger	constructeur
artist	architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur	artiste; artiste peintre; chanteur; dessinatrice; peintre
author	architecte; auteur; constructeur; créateur; fabricant; faiseur; inventeur	auteur; créateur; femme de lettres; femme écrivain; poète; romancier; écrivain
builder	constructeur; entrepreneur; entrepreneur de bâtiments; entrepreneur de construction	entrepreneur; entrepreneur de bâtiments; générateur
building contractor	constructeur; entrepreneur; entrepreneur de bâtiments; entrepreneur de construction	entrepreneur; entrepreneur de bâtiments
building labourer	constructeur; faiseur; ouvrier du bâtiment
compiler	constructeur	collectionneur; compilateur
composer	constructeur	compositeur
construction worker	constructeur; faiseur; ouvrier du bâtiment
constructor	constructeur	entrepreneur; entrepreneur de bâtiments
contractor	constructeur; entrepreneur; entrepreneur de bâtiments; entrepreneur de construction	constricteur; fournisseur; sphincter
creator	architecte; auteur; constructeur; créateur; fabricant; faiseur; inventeur	auteur; créateur; créatrice
design engineer	constructeur	concepteur; créateur; directeur d'art
designer	constructeur	concepteur; créateur; créateur industriel; designer; dessinateur; dessinateur de publicité; dessinatrice; directeur d'art; modéliste
drafter	constructeur
framer	constructeur
maker	architecte; auteur; constructeur; créateur; fabricant; faiseur; industriel; inventeur; producteur
manufacturer	constructeur; fabricant; industriel; producteur
originator	architecte; auteur; constructeur; créateur; fabricant; faiseur; inventeur	donneur d'ordre; initiateur; initiatrice; instigateur
producer	architecte; auteur; constructeur; fabricant; faiseur; industriel; producteur	cultivateur; fabricant; producteur; éleveur
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
creative	constructeur; créateur	créatif; ingénieux; inventif; inventive

Synoniemen voor "constructeur":

architecte; bâtisseur; créateur; ingénieur; ordonnateur; maçon; entrepreneur; fondateur; promoteur; positif; fabricant; auteur; concepteur; inventeur; père; géniteur; inventif; innovant; novateur; édificateur; fabricateur; falsificateur; technicien; scientifique

Wiktionary: constructeur

constructeur

noun

Qui bâtit
- constructeur → builder
programmation|nocat=1
- constructeur → constructor

adjective

Qui construire, qui savoir et qui pratiquer l’art de construire.
- constructeur → building

constructeur

noun

in object oriented programming: code that creates objects
- constructor → constructeur
a person who builds or constructs things
- builder → bâtisseur; constructeur

Cross Translation:

From	To	Via
• constructeur	→ design engineer	↔ constructeur — een ontwerper van constructies

Verwante vertalingen van constructeur

¹Microsoft® Language Portal

Remove Ads

Vertaal constructeur van Frans naar Engels

Uitgebreide vertaling voor constructeur (Frans) in het Engels

constructeur:

constructeur [le ~] zelfstandig naamwoord

le constructeur (ouvrier du bâtiment; faiseur)

le constructeur (entrepreneur de construction; entrepreneur de bâtiments; entrepreneur)

le constructeur

le constructeur

le constructeur

le constructeur (faiseur; auteur; fabricant; architecte)

le constructeur (fabricant; producteur; industriel)

le constructeur (créateur; faiseur; architecte; auteur; inventeur; fabricant)

constructeur bijvoeglijk naamwoord

constructeur (créateur)

Vertaal Matrix voor constructeur:

Synoniemen voor "constructeur":

Wiktionary: constructeur

Verwante vertalingen van constructeur