Commencement in het Engels vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

commencement:
- beginning; commencement; start; outset; opening; origin; roots; source; commencing; starting; raising; striking up; beginning of a letter; running-in period; initial period; introductory period; starting-time
Wiktionary:
- commencement → inception, beginning, starting point
- commencement → beginning, start, commencement

Frans

Uitgebreide vertaling voor commencement (Frans) in het Engels

commencement:

commencement [le ~] zelfstandig naamwoord

le commencement (début; ouverture; départ; démarrage; amorce; origine; décollage)
the beginning; the commencement; the start; the outset; the opening
- beginning [the ~] zelfstandig naamwoord
- commencement [the ~] zelfstandig naamwoord
- start [the ~] zelfstandig naamwoord
- outset [the ~] zelfstandig naamwoord
- opening [the ~] zelfstandig naamwoord
le commencement (origine; source)
the origin; the roots; the source
- origin [the ~] zelfstandig naamwoord
- roots [the ~] zelfstandig naamwoord
- source [the ~] zelfstandig naamwoord
le commencement (début)
the commencing; the beginning; the starting
- commencing [the ~] zelfstandig naamwoord
- beginning [the ~] zelfstandig naamwoord
- starting [the ~] zelfstandig naamwoord
le commencement (début)
the beginning; the raising; the striking up; the starting
- beginning [the ~] zelfstandig naamwoord
- raising [the ~] zelfstandig naamwoord
- striking up [the ~] zelfstandig naamwoord
- starting [the ~] zelfstandig naamwoord
le commencement (en-tête; titre; introduction; début; exorde)
the beginning of a letter; the beginning
- beginning of a letter [the ~] zelfstandig naamwoord
- beginning [the ~] zelfstandig naamwoord
le commencement (période initiale)
the running-in period; the initial period; the introductory period
- running-in period [the ~] zelfstandig naamwoord
- initial period [the ~] zelfstandig naamwoord
- introductory period [the ~] zelfstandig naamwoord
le commencement (heure de commencement; heure de départ; début; départ; origine; lever du rideau)
the starting-time
- starting-time [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor commencement:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beginning	amorce; commencement; début; décollage; démarrage; départ; en-tête; exorde; introduction; origine; ouverture; titre	début; fait d'entamer
beginning of a letter	commencement; début; en-tête; exorde; introduction; titre
commencement	amorce; commencement; début; décollage; démarrage; départ; origine; ouverture
commencing	commencement; début
initial period	commencement; période initiale
introductory period	commencement; période initiale
opening	amorce; commencement; début; décollage; démarrage; départ; origine; ouverture	blanc; crevasse; dilatation; débouché; encoche; endroit faible dans la glace; espace; fente; fissure; interligne; intervalle; marché; ouverture; pause; ravin
origin	commencement; origine; source	ascendance; descendance; origine; provenance; racines; source
outset	amorce; commencement; début; décollage; démarrage; départ; origine; ouverture
raising	commencement; début	cultivation; culture; jeter en l'air; lancer; levée; relèvement; surgissement; élevage; élévation
roots	commencement; origine; source
running-in period	commencement; période initiale
source	commencement; origine; source	ascendance; descendance; fournisseur de source; origine; provenance; racines; source; source de données
start	amorce; commencement; début; décollage; démarrage; départ; origine; ouverture	impulsion; initiative
starting	commencement; début	appareillage; décollage; démarrage; départ; fait d'entamer
starting-time	commencement; début; départ; heure de commencement; heure de départ; lever du rideau; origine
striking up	commencement; début
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
start		activer; allumer; amorcer; annoncrer; bondir; brancher sur; commencer; commencer à; donner le signal du départ pour; dresser; débuter; décoller; démarrer; embarquer; engager; entamer; entreprendre; entrer en vigueur; envoyer; faire; faire bagage; faire fonctionner; faire marcher; inaugurer; introduire; lancer; mettre en circuit; mettre en marche; monter; ouvrir; partir; prendre; prendre de la hauteur; prendre la mer; prendre le large; publier; quitter; quitter le port; s'absenter; s'activer; s'en aller; s'envoler; s'y mettre; s'élever; s'éloigner; se hisser; se mettre en marche; se mettre en mouvement; se retrouver au-dessus de; toucher; élever; établir le contact; étrenner
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opening		introduisant

Synoniemen voor "commencement":

début; naissance; origine; préliminaire; source; racine; prélude; départ; primeur; envoi; avènement; introduction; entrée; ébauche; amorce; canevas; carcasse; croquis; esquisse; essai; germe; brouillon; maquette; pochade; projet; éclosion; apparition; effloraison; épanouissement; floraison; manifestation; production; sortie; tentative; épreuve; expérience; vérification; expérimentation; apprentissage; inauguration; baptême; dédicace; étrenne; ouverture; première; vernissage; limite; ligne; borne; bornage; bout; lisière; bord; cadre; extrémité; fin; périmètre; frontière; démarcation; préambule; avant-propos; préface; prologue; prolégomènes; avertissement; notice; prodrome; préparation; liminaire; présentation; exposé; nouveauté; fraîcheur; priorité; rudiment; embryon; linéament; principe; Afrique

Wiktionary: commencement

commencement

noun

the creation or beginning of something
- inception → début; commencement
that which begins or originates something
- beginning → début; commencement
act of doing that which begins anything
- beginning → début; commencement
subject matter to commence an activity
- starting point → point de départ; commencement

Cross Translation:

From	To	Via
• commencement	→ beginning; start; commencement	↔ Beginn — Zeitpunkt, an dem etwas anfängt oder gestartet wird
• commencement	→ start	↔ Anfang — zeitlicher oder räumlicher Beginn oder Ausgangspunkt eines Vorgangs oder einer Sache
• commencement	→ beginning; start	↔ begin — het eerste deel
• commencement	→ beginning	↔ aanvang — begin

Verwante vertalingen van commencement

Remove Ads

Vertaal commencement van Frans naar Engels

Uitgebreide vertaling voor commencement (Frans) in het Engels

commencement:

commencement [le ~] zelfstandig naamwoord

le commencement (début; ouverture; départ; démarrage; amorce; origine; décollage)

le commencement (origine; source)

le commencement (début)

le commencement (début)

le commencement (en-tête; titre; introduction; début; exorde)

le commencement (période initiale)

le commencement (heure de commencement; heure de départ; début; départ; origine; lever du rideau)

Vertaal Matrix voor commencement:

Synoniemen voor "commencement":

Wiktionary: commencement

Verwante vertalingen van commencement