Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. chamailleur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor chamailleur (Frans) in het Engels

chamailleur:

chamailleur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le chamailleur (querelleur; batailleur; bretteur)
    the quarreller; the brawler; the troublemaker; the quarrelsome person; the quarreler
  2. le chamailleur (chipoteur; chamailleuse; chipoteuse)
    the wrangler; the squabbler; the brawler; the yapper; the bickerer; the quarrelsome person
  3. le chamailleur
    the quarreller; the quarrelsome person; the quarreler
  4. le chamailleur (querelleur)
    the brawler; the quarrelsome person

chamailleur bijvoeglijk naamwoord

  1. chamailleur (querelleur)
    argumentative; quarrelsome

Vertaal Matrix voor chamailleur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bickerer chamailleur; chamailleuse; chipoteur; chipoteuse
brawler batailleur; bretteur; chamailleur; chamailleuse; chipoteur; chipoteuse; querelleur
quarreler batailleur; bretteur; chamailleur; querelleur
quarreller batailleur; bretteur; chamailleur; querelleur
quarrelsome person batailleur; bretteur; chamailleur; chamailleuse; chipoteur; chipoteuse; querelleur
squabbler chamailleur; chamailleuse; chipoteur; chipoteuse
troublemaker batailleur; bretteur; chamailleur; querelleur agitateur; casse-pieds; chahuteur; gêneur; gêneuse; importun; importune; névropathe; névrosé; perturbateur; tapageur
wrangler chamailleur; chamailleuse; chipoteur; chipoteuse
yapper chamailleur; chamailleuse; chipoteur; chipoteuse blagueur; bluffeur; fanfaron; jappeur; roquet; tonneau creux; vantard
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
argumentative chamailleur; querelleur agressif; belliqueux; querelleur
quarrelsome chamailleur; querelleur agressif; arrogant; belliqueux; macho; querelleur

Synoniemen voor "chamailleur":


Wiktionary: chamailleur

chamailleur
noun
  1. Personne qui se chamaille.
chamailleur