Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Vertaal chaise

Vertaal chaise van Frans naar Engels

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

chaise:
- chair; stool; arm chair; reclining chair; easy chair; defecation; faeces; excrement; bowel motion; bowel movement; feces
Wiktionary:
- chaise → chair, seat

Frans

Uitgebreide vertaling voor chaise (Frans) in het Engels

chaise:

chaise [la ~] zelfstandig naamwoord

la chaise (fauteuil; siège)
the chair; the stool; the arm chair; the reclining chair; the easy chair
- chair [the ~] zelfstandig naamwoord
- stool [the ~] zelfstandig naamwoord
- arm chair [the ~] zelfstandig naamwoord
- reclining chair [the ~] zelfstandig naamwoord
- easy chair [the ~] zelfstandig naamwoord
la chaise (selle; soulagement; déchargement; excréments; allégement)
the defecation; the faeces; the excrement; the bowel motion; the bowel movement; the feces
- defecation [the ~] zelfstandig naamwoord
- faeces [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
- excrement [the ~] zelfstandig naamwoord
- bowel motion [the ~] zelfstandig naamwoord
- bowel movement [the ~] zelfstandig naamwoord
- feces [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans

Vertaal Matrix voor chaise:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
arm chair	chaise; fauteuil; siège	fauteuil; siège
bowel motion	allégement; chaise; déchargement; excréments; selle; soulagement	selles
bowel movement	allégement; chaise; déchargement; excréments; selle; soulagement
chair	chaise; fauteuil; siège	chaire; place assise; président; siège
defecation	allégement; chaise; déchargement; excréments; selle; soulagement
easy chair	chaise; fauteuil; siège	fauteuil
excrement	allégement; chaise; déchargement; excréments; selle; soulagement
faeces	allégement; chaise; déchargement; excréments; selle; soulagement	caca; crotte; excréments; merde
feces	allégement; chaise; déchargement; excréments; selle; soulagement	caca; crotte; excréments; merde
reclining chair	chaise; fauteuil; siège
stool	chaise; fauteuil; siège	caca; crotte; escabeau; excréments; merde; tabouret

Synoniemen voor "chaise":

siège; chauffeuse; rocking-chair; conductrice; coche; berline; carrosse; courrier; diligence; malle; patache; voiture; banc; divan; fauteuil; sofa; tabouret; trône

Wiktionary: chaise

chaise

noun

Siège avec dossier, sans accoudoir
- chaise → chair; seat

chaise

noun

furniture
- chair → chaise; fauteuil
place in which to sit
- seat → siège; chaise

Verwante vertalingen van chaise