Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. budget:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor budget (Frans) in het Engels

budget:

budget [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le budget
    the budget
    • budget [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le budget
    the budget
    – A statement that estimates projected income and expenses for a period of time. 1
    • budget [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. le budget (solvabilité)
    the room for expenditures

Vertaal Matrix voor budget:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
budget budget comptabilité; livres comptables
room for expenditures budget; solvabilité

Synoniemen voor "budget":


Wiktionary: budget

budget
noun
  1. compta|fr prévision de dépenses et de recettes d’une administration pour une période donnée
budget
noun
  1. itemized summary of intended expenditure
  2. amount of money or resources
  3. The monetary assets of a person or organization.

Cross Translation:
FromToVia
budget budget Budget — Plan über alle zukünftigen Einnahmen und Ausgaben
budget budget Haushalt — Einnahmen und Ausgaben von
budget national budget Staatshaushalt — der Etat eines Staates
budget budget budget — raming van inkomsten en uitgaven
budget budget begroting — raming van de te maken uitgaven voor de komende tijd

Verwante vertalingen van budget