Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Vertaal blessé

Vertaal blessé van Frans naar Engels

Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. blessé:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor blessé (Frans) in het Engels

blessé:

blessé bijvoeglijk naamwoord

  1. blessé (touché; atteint)
    wounded; hurt
    • wounded bijvoeglijk naamwoord
    • hurt bijvoeglijk naamwoord
  2. blessé (avarié; en lambeaux; abîmé; )
    injured; wounded
  3. blessé (touché au vif; piqué; atteint; offensé; profondément blessé)
    touched; moved
  4. blessé (atteint; touché)
    hit; winged; wounded
    • hit bijvoeglijk naamwoord
    • winged bijvoeglijk naamwoord
    • wounded bijvoeglijk naamwoord
  5. blessé (offensé; profondément blessé)
    offended; hurt

blessé [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le blessé (victime; accidenté)
    the casualty; the wounded person; the wounded; the injured
  2. le blessé (victime; accidenté)
    the offended; the injured
    • offended [the ~] zelfstandig naamwoord
    • injured [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor blessé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
casualty accidenté; blessé; victime victime de la route
hit accrochage; accès; atteinte; best-seller; bestseller; bon tir; but; collision; goal; heurt; meilleure vente; réussite; succè; succès; tube
hurt blessure; lésion; offense; plaie; trauma; traumatisme
injured accidenté; blessé; victime
offended accidenté; blessé; victime offensé; vexé
wounded accidenté; blessé; victime
wounded person accidenté; blessé; victime
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hit atteindre; battre; cogner; concerner; fouetter; frapper; heurter; remuer; taper; toucher; émouvoir
hurt abîmer; amocher; blesser; causer; causer des dégâts; choquer; desservir; duper; désavantager; endommager; faire de la peine à; faire du mal; faire du tort à; faire mal; faire tort à; froisser; injurier; insulter; léser; martyriser; meurtrir; navrer; nuire; nuire à; offenser; porter préjudice à; tenailler; torturer; tourmenter
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hurt atteint; blessé; offensé; profondément blessé; touché offensé; outragé; piqué au vif; vexé
injured abîmé; avarié; blessé; délabré; détérioré; en lambeaux; en pièces; endommagé; mangé des mites; variolé
moved atteint; blessé; offensé; piqué; profondément blessé; touché au vif affecté; avec affectation; d'une manière affectée; touché; émotif; ému
offended blessé; offensé; profondément blessé offensé; outragé; piqué au vif; vexé
touched atteint; blessé; offensé; piqué; profondément blessé; touché au vif affecté; avec affectation; d'une manière affectée; touché; émotif; ému
winged atteint; blessé; touché ailé
wounded abîmé; atteint; avarié; blessé; délabré; détérioré; en lambeaux; en pièces; endommagé; mangé des mites; touché; variolé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hit atteint; blessé; touché battu

Synoniemen voor "blessé":


Wiktionary: blessé

blessé
adjective
  1. Blessé physiquement
  2. Blessé moralement
blessé
adjective
  1. wounded, injured
  1. suffering from a wound

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van blessé







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0308 seconde
Page rendered in 1.0 seconds