Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bienfait:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor bienfait (Frans) in het Engels

bienfait:

bienfait [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le bienfait (aumône; bienfaisance; oeuvre de charité; charité)
    the benevolence; the charity; the well-doing; the philanthropy

Vertaal Matrix voor bienfait:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benevolence aumône; bienfaisance; bienfait; charité; oeuvre de charité bienfaisance; bienveillance; bonnes dispositions; bonnes grâces; bonté; charité; clémence; complaisance; faveurs; grâce; générosité; indulgence; largesse; miséricorde; oeuvres de charité
charity aumône; bienfaisance; bienfait; charité; oeuvre de charité acte de charité; bienfaisance; charité; entreprise charitable; humanité; oeuvre de charité
philanthropy aumône; bienfaisance; bienfait; charité; oeuvre de charité bienfaisance; charité
well-doing aumône; bienfaisance; bienfait; charité; oeuvre de charité
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
well-doing bienfaisant

Synoniemen voor "bienfait":


Wiktionary: bienfait


Cross Translation:
FromToVia
bienfait benefaction; boon weldaad — een goede daad voor iemand doen

Computer vertaling door derden: