Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Vertaal bande

Vertaal bande van Frans naar Engels

Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bande:
  2. bander:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor bande (Frans) in het Engels

bande:

bande [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la bande (troupe; horde)
    the gang; the band
    • gang [the ~] zelfstandig naamwoord
    • band [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. la bande (banderole; ruban)
    the strip; the label
    • strip [the ~] zelfstandig naamwoord
    • label [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. la bande (attroupement; clique; accumulation; rassemblement; troupe)
    the crowd; the accumulation; the bunch; the assembling; the set; the gathering; the gang; the collection; the clutter; the party
    • crowd [the ~] zelfstandig naamwoord
    • accumulation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bunch [the ~] zelfstandig naamwoord
    • assembling [the ~] zelfstandig naamwoord
    • set [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gathering [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gang [the ~] zelfstandig naamwoord
    • collection [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clutter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • party [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. la bande (clan; clique)
    the clan; the clique
    • clan [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clique [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. la bande (couple; paire; brochette; deux; brelan)
    the couple; the pair; the the two
    • couple [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pair [the ~] zelfstandig naamwoord
    • the two [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. la bande (ligne; trait; barre; )
    the line; the stripe
    • line [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stripe [the ~] zelfstandig naamwoord
  7. la bande (bâton; éclat de bois; fragment)
    the strip
    • strip [the ~] zelfstandig naamwoord
  8. la bande (troupe; masse)
    the horde; the crowd; the gang
    • horde [the ~] zelfstandig naamwoord
    • crowd [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gang [the ~] zelfstandig naamwoord
  9. la bande (clique; clan)
    the clique; the coterie; the private chat; the set; the small circle
  10. la bande (volant; froufrou)
    the frill; the flounce
    • frill [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flounce [the ~] zelfstandig naamwoord
  11. la bande (pansement; bande Velpeau; bandage)
    the bandage; the ligature; the swathe
    • bandage [the ~] zelfstandig naamwoord
    • ligature [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swathe [the ~] zelfstandig naamwoord
  12. la bande (bande magnétique; bobine)
    the bobbins; the spools
    • bobbins [the ~] zelfstandig naamwoord
    • spools [the ~] zelfstandig naamwoord
  13. la bande (coterie)
    the coterie
    • coterie [the ~] zelfstandig naamwoord
  14. la bande (ligne; rang; file; )
    the row; the line; the rank; the file
    • row [the ~] zelfstandig naamwoord
    • line [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rank [the ~] zelfstandig naamwoord
    • file [the ~] zelfstandig naamwoord
  15. la bande (gîte)
    the heel; the list
    • heel [the ~] zelfstandig naamwoord
    • list [the ~] zelfstandig naamwoord
  16. la bande
    the band
    – In printing graphics, a rectangular portion of a graphic sent by the computer to a printer. The technique of dividing a graphic into bands prevents a printer from having to reconstruct an entire image in memory before printing it. 1
    • band [the ~] zelfstandig naamwoord

bande

  1. bande
    the tape
    – A thin strip of polyester film coated with magnetic material that permits the recording of data. 1
    • tape [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bande:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accumulation accumulation; attroupement; bande; clique; rassemblement; troupe accumulation; assemblage; collection; cumul; encombrement; entassement; masse; pile; quantité; ramas; rassemblement; tas
assembling accumulation; attroupement; bande; clique; rassemblement; troupe montage; montage de film; équipement
band bande; horde; troupe fanfare; fanfare musicale; harmonie; liaison; libellé; rapport; relation; tranche; épaisseur
bandage bandage; bande; bande Velpeau; pansement bandage; bande Velpeau; écharpe
bobbins bande; bande magnétique; bobine
bunch accumulation; attroupement; bande; clique; rassemblement; troupe amas; botte; des tas de gens; faisceau; foule; gerbe; grand nombre de personnes; grande quantité de personnes; horde; lot; masse; meute; multitude de gens; tas; troupe
clan bande; clan; clique
clique bande; clan; clique
clutter accumulation; attroupement; bande; clique; rassemblement; troupe accumulation; collection; cumul; des tas de gens; entassement; foule; grand nombre de personnes; grande quantité de personnes; horde; masse; meute; multitude de gens; pile; troupe
collection accumulation; attroupement; bande; clique; rassemblement; troupe accumulation; collecte; collection; cumul; encaissement; entassement; perception; pile; quête; recouvrement; regroupement; regroupement SMS
coterie bande; clan; clique; coterie
couple bande; brelan; brochette; couple; deux; paire couple; paire
crowd accumulation; attroupement; bande; clique; masse; rassemblement; troupe activité; affairement; affluence; amas; attroupement; bousculade; cohue; des tas de gens; foule; grand nombre de gens; grand nombre de personnes; grande quantité de personnes; horde; masse; meute; monde; multitude de gens; multitude de personnes; presse; tas; troupe; tumulte
file bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle cadastre; classeur; dossier; embouteillage; fichier; index; lime; portefeuille; queue; rang; rangs; registre; râpe; table des matières
flounce bande; froufrou; volant
frill bande; froufrou; volant
gang accumulation; attroupement; bande; clique; horde; masse; rassemblement; troupe armées; cercle; des tas de gens; foule; gang; grand nombre de personnes; grande quantité de personnes; groupe; hommes; horde; masse; meute; multitude de gens; sphère; troupe; troupes; équipe
gathering accumulation; attroupement; bande; clique; rassemblement; troupe accumulation; affluence; assemblée; attroupement; collecte; collection; concertation; conférence; congrès; conseil; convocation; cumul; délibération; entassement; fait de chercher à recueillir; manifestation; masse; négociation; pile; quête; réunion; séance
heel bande; gîte talon
horde bande; masse; troupe foule; grand nombre de gens; masse; meute; multitude de gens; troupe
label bande; banderole; ruban légende; nom; étiquette
ligature bandage; bande; bande Velpeau; pansement articulation; articulation des os; jointure; ligature
line bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle; trait communication; connexion; contact; corde; cordon; cordon de police; câble; embouteillage; fil; interface; jonction; le rapport; liaison; ligne; ligne téléphonique; queue; relation; sillon; tiret; trait; tresse
list bande; gîte index; liste; liste d'armée; liste des membres; registre; table; tableau; énumération
pair bande; brelan; brochette; couple; deux; paire couple; deux; deux personnes; paire
party accumulation; attroupement; bande; clique; rassemblement; troupe boum; cercle; compagnie; célébration; cérémonie; des tas de gens; faction; festivité; foule; fête; gang; grand nombre de personnes; grande quantité de personnes; groupe; groupement; horde; masse; meute; multitude de gens; parti politique; partie; party; réjouissance; société; soirée; sphère; surboum; surprise-partie; tiers; troupe; équipe
private chat bande; clan; clique
rank bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle arrangement; classement; considération; degré; gradation; grade; hiérarchie; mise en ordre; niveau; notoriété; ordonnance; ordre; ordre de préséance; position; prestige; rang; rangs; renommée; réputation; titre; échelle; échelon
row bande; barre; corde; câble; file; ligne; rang; rangs; règle accrochage; altercation; ballade en canot; boucan; cabale; chamaillerie; chaîne; chaînette; collection; collier; collision; conflit; cycle; différend; discorde; discussion; dispute; divergence d'opinion; divergence de vues; démêlé; désaccord; embouteillage; enchaînement; enregistrement; gamme; heurt; joute oratoire; ligne; litige; querelle; queue; rang; rangée; suite; séquence; série
set accumulation; attroupement; bande; clan; clique; rassemblement; troupe compétition; concours; couple; course; ensemble; groupe paire; jeu; jeu nommé; lot; manche; match; paire; rencontre; set
small circle bande; clan; clique itinéraire; manche; parcours; portion de route; ronde; route; tour; tournée; trajet; voie
spools bande; bande magnétique; bobine
strip bande; banderole; bâton; fragment; ruban; éclat de bois
stripe bande; barre; corde; câble; file; ligne; règle; trait frange; stries
swathe bandage; bande; bande Velpeau; pansement bandage; bande Velpeau
tape bande bandes
the two bande; brelan; brochette; couple; deux; paire
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bandage se draper dans
collection faire la quête; quêter; recueillir des fonds
couple accoupler; accrocher; adhérer; adjoindre; agrafer; assembler; associer; attacher; attacher ensemble; coller à; connecter; embrayer; enchaîner; faire l'amour; fixer; joindre; relier; réunir en accouplant; s'attacher à; unir
file archiver; limer; ranger
horde amasser; collectionner; conserver; cueillir; faire des économies; ramasser; rassembler; recueillir; économiser; épargner
label étiqueter
line rayer; suivre un régime; tracer des lignes
list annoter; citer; consigner; enregister; faire mention de; indexer; informer; inscrire; lister; mentionner; mettre au courant; nommer; noter; register; énumérer
pair jumeler
party célébrer; faire la fête; festoyer; fêter
rank catégoriser; classer; classer par ordre de priorité; classifier; se mettre en rangs
row faire de l'aviron; jauger; ramer; transporter en canot
set activer; avoir lieu; coucher; couler; déposer; mettre; mettre à l'heure; placer; planter; poser; s'effoncer dans l'eau; se coaguler; se dérouler; se situer; se solidifier; se tasser; situer; sombrer; stationner; synchroniser; verrouiller
strip bobiner; débarrasser de; défaire de; dénuder; dépouiller de; dépêter de; déshabiller; dévêtir; enrouler; exploiter; faire du strip-tease; mettre à nu; mettre à sac; piller; pressurer; priver de; retrousser; rouler; saccager; tirer profit de; trousser; écorcher
stripe rayer; tracer des lignes
swathe cacher; camoufler; couvrir; couvrir de; dissimuler; déguiser; envelopper; envelopper de; masquer; se draper dans; se revêtir de; voiler
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rank affligeant; criant; effrayant; effroyablement; honteusement; honteux; infâme; inouï; rance; scandaleusement; scandaleux
set fixe; fixement; impassible; raide; rigide; tendu raide

Synoniemen voor "bande":


Wiktionary: bande

bande
noun
  1. Sorte de lien plat et large.
bande
noun
  1. informal: a number of people taken collectively
  2. a company of persons
  3. group of birds
  4. An informal body of friends
  5. side wall of a pool table
  6. A criminal gang
  7. long, thin piece of a bigger item
  8. series of drawings, a comic strip
  9. video or audiocassette tape, adhesive tape
  10. a continuous strip of material carried by rollers during processing
  11. a long sheet of paper
Cross Translation:
FromToVia
• bande → length; strip ↔ Bahn — ein breiter Streifen oder ein vorgeschnittenes Teilstück aus einem bestimmten Material
• bande → band; group ↔ Band — Gruppe von Musikern (besonders im Bereich des Jazz und der Rockmusik)
• bande → band; bandage ↔ Fatsche — österreichisch, umgangssprachlich, regional: Verband oder Binde; Fasche
• bande → rout ↔ Rotte — abwertend: eine kleinere, ungeordnete Gruppe von Menschen
• bande → pack ↔ Rudel — Zusammenschluss einer größeren Anzahl von bestimmten, wild lebenden Säugetierarten, kleiner als Herde
• bande → strip ↔ baan — strook materiaal

bande vorm van bander:

bander werkwoord (bande, bandes, bandons, bandez, )

  1. bander
    lust after

Conjugations for bander:

Présent
  1. bande
  2. bandes
  3. bande
  4. bandons
  5. bandez
  6. bandent
imparfait
  1. bandais
  2. bandais
  3. bandait
  4. bandions
  5. bandiez
  6. bandaient
passé simple
  1. bandai
  2. bandas
  3. banda
  4. bandâmes
  5. bandâtes
  6. bandèrent
futur simple
  1. banderai
  2. banderas
  3. bandera
  4. banderons
  5. banderez
  6. banderont
subjonctif présent
  1. que je bande
  2. que tu bandes
  3. qu'il bande
  4. que nous bandions
  5. que vous bandiez
  6. qu'ils bandent
conditionnel présent
  1. banderais
  2. banderais
  3. banderait
  4. banderions
  5. banderiez
  6. banderaient
passé composé
  1. ai bandé
  2. as bandé
  3. a bandé
  4. avons bandé
  5. avez bandé
  6. ont bandé
divers
  1. bande!
  2. bandez!
  3. bandons!
  5. bandé
  6. bandant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor bander:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lust after bander

Synoniemen voor "bander":


Wiktionary: bander

bander bander
verb
  1. to tighten one's muscles
Cross Translation:
FromToVia
• bander → bandage ↔ bandagieren — (transitiv) mit Bandagen umwickeln; eine Bandage anlegen
• bander → join ↔ verbinden — etwas verbinden: etw. mischen, koppeln, kuppeln, zu einem Gefüge oder in eine enge Beziehung zusammenbringen; ineinanderpassen, aneinanderfügen; einen Bund, ein Bündnis, eine Verbindung, eine Beziehung eingehen, abschließen

Verwante vertalingen van bande







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0701 seconde
Page rendered in 1.0 seconds