Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. béat:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor béat (Frans) in het Engels

béat:

béat bijvoeglijk naamwoord

  1. béat (ravi; heureusement; heureux; satisfait)
    blissful
  2. béat (pieux; pieusement)
    pious; devout; godly; God-fearing

Vertaal Matrix voor béat:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blissful béat; heureusement; heureux; ravi; satisfait bienheureux; enchanté; heureux
devout béat; pieusement; pieux consacré; croyant; de l'église; dévot; dévotement; ecclésiastique; fidèle; pieusement; pieux; religieusement; religieux; spirituel
godly béat; pieusement; pieux dévot; dévotement; pieusement; pieux; religieux
pious béat; pieusement; pieux consacré; croyant; de l'église; dévot; dévotement; ecclésiastique; fidèle; pieusement; pieux; religieusement; religieux; spirituel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
God-fearing béat; pieusement; pieux consacré; croyant; de l'église; dévot; dévotement; ecclésiastique; fidèle; pieusement; pieux; religieusement; religieux; spirituel

Synoniemen voor "béat":


Wiktionary: béat

béat
adjective
  1. Qualifie une personne qui se trouve dans un état de bien-être, de paix.

Computer vertaling door derden: