Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. assauts:


Frans

Uitgebreide vertaling voor assauts (Frans) in het Engels

assauts:

assauts [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'assauts (manches de jeu; ruées)
    the games; the heats
    • games [the ~] zelfstandig naamwoord
    • heats [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'assauts (ruées)
    the run; the assaults; the rush
    • run [the ~] zelfstandig naamwoord
    • assaults [the ~] zelfstandig naamwoord
    • rush [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'assauts
    the assaults
    • assaults [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor assauts:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
assaults assauts; ruées agressions; attaques; atteintes; viols
games assauts; manches de jeu; ruées manche; match; matches; set
heats assauts; manches de jeu; ruées routes maritimes; voies maritimes
run assauts; ruées assaut; attaque; attaque à main armée; bas a filé; charge; course; hold-up; invasion; maille; rafle; razzia; rush; rushes; ruée; sprint
rush assauts; ruées affluence; animation; ardeur; assaut; attaque; attaque à main armée; bousculade; charge; cohue; empressement; ferveur; fougue; foule; foule d'occupations; hold-up; hâte; invasion; poussée; précipitation; rafle; razzia; rush; rushes; ruée; tempérament
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
run administrer; aller; brûler le pavé; couler; courir; diriger; droper; exécuter; faire de la course; faire de la course à pied; filer; galoper; gérer; partir; ruisseler; s'écouler; se démailler; se précipiter; se rendre à; se ruer; sprinter; vague s'estomper
rush accourir; assaillir; courir; faire de la course; faire de la course à pied; filer; galoper; hâter; pousser qn à se dépêcher; presser; précipiter; s'empresser; s'élancer; se dépêcher; se hâter; se presser; se précipiter; se rendre en hâte; se rendre en toute hâte; se ruer sur; sprinter
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rush canné; de chaume; de jonc; de roseau

Computer vertaling door derden: