Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. affairement:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor affairement (Frans) in het Engels

affairement:

affairement [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'affairement (activité)
    the activity; the diligence; the bustle; the zeal; the industry
    • activity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • diligence [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bustle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zeal [the ~] zelfstandig naamwoord
    • industry [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. l'affairement (activité; turbulence)
    the activity
    • activity [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'affairement (multitude de personnes; tumulte; masse; )
    the crowd
    • crowd [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor affairement:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activity activité; affairement; turbulence activité; activité Windows Workflow Foundation; activité de workflow; activité professionnelle; activités; affaire; affaires; commerce; emploi; fonction; métier; occupation; occupations; profession
bustle activité; affairement brouhaha; bruit; cérémonie; embarras; foule d'occupations; marmonnement; murmure; pagaille; remue-ménage; rumeur; tintouin; tracas; vacarme
crowd activité; affairement; affluence; bousculade; cohue; foule; masse; multitude de personnes; presse; tumulte accumulation; affluence; amas; attroupement; bande; clique; cohue; des tas de gens; foule; grand nombre de gens; grand nombre de personnes; grande quantité de personnes; horde; masse; meute; monde; multitude de gens; rassemblement; tas; troupe
diligence activité; affairement activité; ambition; application; ardeur; ardeur au travail; aspiration; assiduité; attachement; caractère passionné; consécration; diligence; dévouement; ferveur; fougue; industrie; passion; sollicitude; zèle; élan
industry activité; affairement affaire; application; ardeur; assiduité; association; compagnie; diligence; entreprise; ferveur; industrie; société; zèle; élan
zeal activité; affairement application; ardeur; assiduité; diligence; embrasement; ferveur; fougue; industrie; obsession; passion; verve; zèle; élan
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bustle chahuter; faire du remue-ménage
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zeal dévoué; zèle

Synoniemen voor "affairement":


Wiktionary: affairement

affairement
noun
  1. action de s'affairer.
affairement
noun
  1. An excited activity; a stir