Accord in het Engels vertaald uit het Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

accord:
- agreement; settlement; consent; make a compromise; approval; come to terms; concurrence; chord; permission; contract; sanctioning; harmony; conscencus; consonance; concord; consensus; accord; solidarity; unanimity; consensus of opinion; transaction; deal; bargain; communality; community; agreeing; arranging; clearance; endorsement; acclaim; assent; finds general favour; acceptance; allowance; admission; admittance; granting; access; unity; oneness; arrangement; togetherness; alliance; connection; connexion; feeling of solidarity; sentiment of unity
Wiktionary:
- accord → accord, agreement, chord, bargain, OK
- accord → OK
- accord → agreement, compromise, living together, unification, understanding, consent, arrangement, contract, pact, chord, stipulation, settlement, deal, convention, bargain, accord, appointment

Frans

Uitgebreide vertaling voor accord (Frans) in het Engels

accord:

accord [le ~] zelfstandig naamwoord

l'accord (arrangement; convention; consentement)
the agreement; the settlement; the consent; the make a compromise; the approval; the come to terms; the concurrence; the chord; the permission
- agreement [the ~] zelfstandig naamwoord
- settlement [the ~] zelfstandig naamwoord
- consent [the ~] zelfstandig naamwoord
- make a compromise [the ~] zelfstandig naamwoord
- approval [the ~] zelfstandig naamwoord
- come to terms [the ~] zelfstandig naamwoord
- concurrence [the ~] zelfstandig naamwoord
- chord [the ~] zelfstandig naamwoord
- permission [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (autorisation; approbation; acceptation; consentement; permission)
the approval; the consent; the agreement; the permission
- approval [the ~] zelfstandig naamwoord
- consent [the ~] zelfstandig naamwoord
- agreement [the ~] zelfstandig naamwoord
- permission [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (contrat; convention)
the agreement; the contract
- agreement [the ~] zelfstandig naamwoord
- contract [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (approbation; convention)
the approval; the consent; the sanctioning
- approval [the ~] zelfstandig naamwoord
- consent [the ~] zelfstandig naamwoord
- sanctioning [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (concorde; consensus; harmonie; entente; unisson; concordance; union)
the harmony; the conscencus; the consonance; the concord; the consensus; the accord; the solidarity; the unanimity; the consensus of opinion
- harmony [the ~] zelfstandig naamwoord
- conscencus [the ~] zelfstandig naamwoord
- consonance [the ~] zelfstandig naamwoord
- concord [the ~] zelfstandig naamwoord
- consensus [the ~] zelfstandig naamwoord
- accord [the ~] zelfstandig naamwoord
- solidarity [the ~] zelfstandig naamwoord
- unanimity [the ~] zelfstandig naamwoord
- consensus of opinion [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (concordance; consensus)
the consensus; the concord; the unanimity
- consensus [the ~] zelfstandig naamwoord
- concord [the ~] zelfstandig naamwoord
- unanimity [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (marché conclu; transaction; affaire; opération)
the transaction; the deal; the bargain
- transaction [the ~] zelfstandig naamwoord
- deal [the ~] zelfstandig naamwoord
- bargain [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (fait commun; communauté; convention; contrat)
the communality; the community
- communality [the ~] zelfstandig naamwoord
- community [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (fait de se mettre d'accord; convention)
the agreeing; the arranging
- agreeing [the ~] zelfstandig naamwoord
- arranging [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (accommodement; arrangement)
the settlement; the clearance
- settlement [the ~] zelfstandig naamwoord
- clearance [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (approbation; consentement; succès)
the endorsement; the approval; the acclaim; the assent; the finds general favour
- endorsement [the ~] zelfstandig naamwoord
- approval [the ~] zelfstandig naamwoord
- acclaim [the ~] zelfstandig naamwoord
- assent [the ~] zelfstandig naamwoord
- finds general favour [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (compromis; disposition; arrangement)
the settlement; the agreement
- settlement [the ~] zelfstandig naamwoord
- agreement [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (permission; autorisation; concession; admission)
the permission; the acceptance; the allowance; the admission; the admittance; the granting; the access
- permission [the ~] zelfstandig naamwoord
- acceptance [the ~] zelfstandig naamwoord
- allowance [the ~] zelfstandig naamwoord
- admission [the ~] zelfstandig naamwoord
- admittance [the ~] zelfstandig naamwoord
- granting [the ~] zelfstandig naamwoord
- access [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (admission; permission; autorisation)
the admission; the admittance; the access
- admission [the ~] zelfstandig naamwoord
- admittance [the ~] zelfstandig naamwoord
- access [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (solidarité; unité; harmonie; unanimité; concorde)
the consensus; the unity; the unanimity; the harmony; the oneness
- consensus [the ~] zelfstandig naamwoord
- unity [the ~] zelfstandig naamwoord
- unanimity [the ~] zelfstandig naamwoord
- harmony [the ~] zelfstandig naamwoord
- oneness [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (arrangement; réglementation; règlement)
the arrangement; the settlement
- arrangement [the ~] zelfstandig naamwoord
- settlement [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (solidarité; fraternité; entente; alliance; unité; concorde; harmonie)
the solidarity; the togetherness; the alliance; the connection; the connexion
- solidarity [the ~] zelfstandig naamwoord
- togetherness [the ~] zelfstandig naamwoord
- alliance [the ~] zelfstandig naamwoord
- connection [the ~] zelfstandig naamwoord
- connexion [the ~] zelfstandig naamwoord
l'accord (sentiment de solidarité; concordance; entente; union; consensus; concorde)
the feeling of solidarity; the sentiment of unity; the solidarity; the unanimity
- feeling of solidarity [the ~] zelfstandig naamwoord
- sentiment of unity [the ~] zelfstandig naamwoord
- solidarity [the ~] zelfstandig naamwoord
- unanimity [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor accord:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acceptance	accord; admission; autorisation; concession; permission	acceptation; adoption; prise de possession; prise en charge
access	accord; admission; autorisation; concession; permission	accès; admission; allée; entrée; porte; voie d'accès; voie d'entrée
acclaim	accord; approbation; consentement; succès	acclamation; applaudissement; battement de mains; ovation
accord	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; union; unisson
admission	accord; admission; autorisation; concession; permission	accès; admission; aveu; concession; conviction religieuse; croyance; entrée; foi; porte; reconnaissance
admittance	accord; admission; autorisation; concession; permission	accès; admission; entrée; porte
agreeing	accord; convention; fait de se mettre d'accord
agreement	acceptation; accord; approbation; arrangement; autorisation; compromis; consentement; contrat; convention; disposition; permission	alliance; coalition; confédération; convention; corporation; fédération; liaison; ligue; pacte; rapport; relation; syndicat; traité; union
alliance	accord; alliance; concorde; entente; fraternité; harmonie; solidarité; unité	accord de coopération; alliance; association; cercle; club; coalition; collaboration; communauté; compagnie; confrérie; confédération; confédération d'états; congrégation; convention; corporation; entente; fraternité; fédération; liaison; lien; ligue; pacte; parenté; rapport; relation; société; solidarité; syndicat; traité; union
allowance	accord; admission; autorisation; concession; permission	adjudication; allocation; appointements; autorisation; avance; cachet; carte blanche; concession; concession de boissons; débit; décompte; déduction; gages; gratification; honoraire; indemnité; licence; licence d'exploitation d'un débit de boissons; licence de débit de boissons; paie; participation aux frais; paye; permis; permission; prime; rabais; remise; revenu; récompense; réduction; rémunération; rétribution; salaire; solde; subvention; traitement
approval	acceptation; accord; approbation; arrangement; autorisation; consentement; convention; permission; succès	activité d'approbation; approbation; autorisation; consentement; homologation; permission; procuration
arrangement	accord; arrangement; règlement; réglementation	arrangement; assemblage; classement; composition; construction; disposition; fixation; harmonisation; hiérarchie; installation; instrumentation; mise en ordre; mise en place; montage; orchestration; ordre; placement; positionnement; rangement
arranging	accord; convention; fait de se mettre d'accord
assent	accord; approbation; consentement; succès
bargain	accord; affaire; marché conclu; opération; transaction	acte de marchander; aubaine; bonne affaire; emplette; marchandage; marché; négociation; occasion; offre spéciale; solde
chord	accord; arrangement; consentement; convention	corde
clearance	accommodement; accord; arrangement	acquittement; déclaration; dédouanage; dédouanement
come to terms	accord; arrangement; consentement; convention
communality	accord; communauté; contrat; convention; fait commun
community	accord; communauté; contrat; convention; fait commun	bloc d'habitation; cellule de cohabitants; collectivité; communauté; communauté d'habitation; commune; municipalité; paroisse; rapports; relations; société
concord	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; union; unisson	harmornie; équilibre
concurrence	accord; arrangement; consentement; convention	coincidence; concours; simultanéité
connection	accord; alliance; concorde; entente; fraternité; harmonie; solidarité; unité	accouplement; affinité; analogie; assemblage; branchement du téléphone; chaînon; cohérence; cohésion; combinaison; communication; communication téléphonique; commutation; connexion; consistance; contact; corrélation; couplage; enchaînement; installation du téléphone; interaction; interface; joint; jonction; le rapport; liaison; lien; ligne téléphonique; parenté; raccord; rapport; relation; réciprocité; réunion; soudure; union
connexion	accord; alliance; concorde; entente; fraternité; harmonie; solidarité; unité
conscencus	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; union; unisson	entente; unanimité
consensus	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; solidarité; unanimité; union; unisson; unité	entente; unanimité
consensus of opinion	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; union; unisson	entente; unanimité
consent	acceptation; accord; approbation; arrangement; autorisation; consentement; convention; permission	approbation; consentement; grand oui; gré
consonance	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; union; unisson	concorde; harmonie; harmonie sonore; union; unisson
contract	accord; contrat; convention	contrat; demande de devis; incident; tâche
deal	accord; affaire; marché conclu; opération; transaction
endorsement	accord; approbation; consentement; succès
feeling of solidarity	accord; concordance; concorde; consensus; entente; sentiment de solidarité; union
finds general favour	accord; approbation; consentement; succès
granting	accord; admission; autorisation; concession; permission	accordement; dispersion; distribution; délivrance; fourniture d'informations; livraison; octroi; remise; émission
harmony	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; solidarité; unanimité; union; unisson; unité	concorde; harmonie; harmonie sonore; union; unisson
make a compromise	accord; arrangement; consentement; convention
oneness	accord; concorde; harmonie; solidarité; unanimité; unité	uniformité
permission	acceptation; accord; admission; approbation; arrangement; autorisation; concession; consentement; convention; permission	autorisation; carte blanche; concession de boissons; confirmation; débit; licence; licence d'exploitation d'un débit de boissons; licence de débit de boissons; permis; permission; ratification; sanctionnement; validation
sanctioning	accord; approbation; convention
sentiment of unity	accord; concordance; concorde; consensus; entente; sentiment de solidarité; union
settlement	accommodement; accord; arrangement; compromis; consentement; convention; disposition; règlement; réglementation	acquittement; colonie; colonisation; conciliation; contribution; définition; implantation; installation; levée; loquet; paiement; remboursement; river; règlement; réconciliation; réparation; satisfaction; établissement
solidarity	accord; alliance; concordance; concorde; consensus; entente; fraternité; harmonie; sentiment de solidarité; solidarité; union; unisson; unité	sentiment de solidarité; solidarité
togetherness	accord; alliance; concorde; entente; fraternité; harmonie; solidarité; unité
transaction	accord; affaire; marché conclu; opération; transaction	transaction
unanimity	accord; concordance; concorde; consensus; entente; harmonie; sentiment de solidarité; solidarité; unanimité; union; unisson; unité	entente; unanimité
unity	accord; concorde; harmonie; solidarité; unanimité; unité	analogie; similitude; uniformité; unité
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
access		accéder à
acclaim		acclamer; applaudir; ovationner
assent		authentifier; authentiquer; confirmer; entériner; ratifier; valider
bargain		marchander; négocier; rabattre; servir de médiateur dans
contract		attraper; conclure un contrat; contracter; crisper; engager par contrat; froncer; resserrer; se contracter
deal		agir; opérer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
oneness		d'un commun accord; d'une seule voix; lié; réuni; solidaire; solidairement; unanime; unanimement; uni

Synoniemen voor "accord":

acceptation; acquiescement; agrément; assentiment; autorisation; aval; consentement; accompagnement; complément; escorte; harmonie; unisson; concorde; entente; coordination; arrangement; conciliation; alliance; pacte; adoption; cooptation; choix; alignement; approbation; emprunt; imitation; ralliement; apparentement; coalition; association; contrat; rapprochement; assemblage; arpège; permission; habilitation; licence; permis; visa; charte; titre; règlement; traité; convention; coïncidence; simultanéité; correspondance; rencontre; collusion; complicité; connivence; intelligence; manoeuvre; communion; eucharistie; compatibilité; convenance; compromis; transaction; composition; concordat; arbitrage; concert; audition; conformité; affinité; analogie; concordance; similitude; ressemblance; union; unité; consensus; adhésion; complaisance; unanimité; engagement; protocole; dispositions; stipulations; acte; adéquation; communication; diapason; niveau; registre; ton; accointances; amitié; fraternisation; fraternité; camaraderie; sympathie; charité; confiance; solidarité; euphonie; consonance; synchronisme; équilibre; eurythmie; symétrie; régularité; identité; paix; apaisement; approche; réconciliation; accommodement; stipulation; clause; condition; syntonie; appelé; accueilli; recueil; désigné; marché; négoce; échange; affaire; commerce; transfert; uniformité; fusion; abouchement; cohérence

Wiktionary: accord

accord

noun

union, entente, unisson, harmonie
- accord → accord
Rapport des mots entre eux
- accord → agreement

accord

noun

combination of three or more notes
- chord → accord
purchase, transaction
- bargain → accord
grammatical agreement
- agreement → accord
state whereby several parties share a view or opinion
- agreement → accord
an understanding to follow a course of conduct
- agreement → pacte; entente; accord
endorsement; approval
- OK → OK; accord; feu vert; bénédiction

verb

approve
- OK → avaliser; aval; accord; approuver; feu vert

Cross Translation:

From	To	Via
• accord	→ agreement; compromise; living together	↔ Auskommen — Art und Weise des Zusammenlebens
• accord	→ unification; agreement	↔ Einigung — die Verbindung zu einer Einheit (zum Beispiel mehrerer Personen oder Völker)
• accord	→ understanding	↔ Einvernehmen — Einigkeit, Übereinstimmung
• accord	→ consent; agreement	↔ Einverständnis — meist Singular: Zustimmung, Erlaubnis
• accord	→ agreement; arrangement	↔ Vereinbarung — bindende Verabredung, Übereinkunft, Abmachung
• accord	→ agreement; arrangement	↔ Vereinbarung — Konsens: Einigung
• accord	→ agreement; contract; pact	↔ Vertrag — rechtliche Vereinbarung zwischen mindestens zwei verschiedenen Partnern
• accord	→ chord	↔ Akkord — Musik: das gleichzeitige, harmonische Erklingen mehrerer Ton
• accord	→ understanding; stipulation; settlement; deal; convention; bargain; arrangement; agreement; accord	↔ Abmachung — eine mündliche oder schriftliche Vereinbarung, die bindend und wirksam ist
• accord	→ appointment; agreement	↔ afspraak — een overeenkomst

Verwante vertalingen van accord

Remove Ads

Vertaal accord van Frans naar Engels

Uitgebreide vertaling voor accord (Frans) in het Engels

accord:

accord [le ~] zelfstandig naamwoord

l'accord (arrangement; convention; consentement)

l'accord (autorisation; approbation; acceptation; consentement; permission)

l'accord (contrat; convention)

l'accord (approbation; convention)

l'accord (concorde; consensus; harmonie; entente; unisson; concordance; union)

l'accord (concordance; consensus)

l'accord (marché conclu; transaction; affaire; opération)

l'accord (fait commun; communauté; convention; contrat)

l'accord (fait de se mettre d'accord; convention)

l'accord (accommodement; arrangement)

l'accord (approbation; consentement; succès)

l'accord (compromis; disposition; arrangement)

l'accord (permission; autorisation; concession; admission)

l'accord (admission; permission; autorisation)

l'accord (solidarité; unité; harmonie; unanimité; concorde)

l'accord (arrangement; réglementation; règlement)

l'accord (solidarité; fraternité; entente; alliance; unité; concorde; harmonie)

l'accord (sentiment de solidarité; concordance; entente; union; consensus; concorde)

Vertaal Matrix voor accord:

Synoniemen voor "accord":

Wiktionary: accord

Verwante vertalingen van accord