Home ->Woordenboeken ->Frans/Engels ->Zoek: vaccine

Franse en Engelse zoekresultaten voor: vaccine

Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. vacciner:
  2. Wiktionary:
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. vaccine:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor vaccine (Frans) in het Engels

vaccine:


Synoniemen voor "vaccine":


Wiktionary: vaccine

vaccine
noun
  1. maladie propre à la vache et qu’on transmettre à l’homme au moyen de l’inoculation, pour le préserver de la variole.
vaccine
noun
  1. a skin disease

vacciné:


Synoniemen voor "vacciné":

  • immun; immunisant; immunisé; mithridatisé

vaccine vorm van vacciner:

vacciner werkwoord (vaccine, vaccines, vaccinons, vaccinez, )

  1. vacciner
    to graft
    • graft werkwoord (grafts, grafted, grafting)

Conjugations for vacciner:

Présent
  1. vaccine
  2. vaccines
  3. vaccine
  4. vaccinons
  5. vaccinez
  6. vaccinent
imparfait
  1. vaccinais
  2. vaccinais
  3. vaccinait
  4. vaccinions
  5. vacciniez
  6. vaccinaient
passé simple
  1. vaccinai
  2. vaccinas
  3. vaccina
  4. vaccinâmes
  5. vaccinâtes
  6. vaccinèrent
futur simple
  1. vaccinerai
  2. vaccineras
  3. vaccinera
  4. vaccinerons
  5. vaccinerez
  6. vaccineront
subjonctif présent
  1. que je vaccine
  2. que tu vaccines
  3. qu'il vaccine
  4. que nous vaccinions
  5. que vous vacciniez
  6. qu'ils vaccinent
conditionnel présent
  1. vaccinerais
  2. vaccinerais
  3. vaccinerait
  4. vaccinerions
  5. vaccineriez
  6. vaccineraient
passé composé
  1. ai vacciné
  2. as vacciné
  3. a vacciné
  4. avons vacciné
  5. avez vacciné
  6. ont vacciné
divers
  1. vaccine!
  2. vaccinez!
  3. vaccinons!
  5. vacciné
  6. vaccinant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor vacciner:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
graft vacciner

Synoniemen voor "vacciner":


Wiktionary: vacciner

vacciner
verb
  1. inoculer la vaccine.
vacciner
verb
  1. treat with a vaccine
Cross Translation:
FromToVia
• vacciner → vaccinate ↔ vaccineren — een injectie met een vaccin geven
• vacciner → vaccinate ↔ impfen — Medizin: mit einer Impfung gegen Krankheiten schützen



Engels

Uitgebreide vertaling voor vaccine (Engels) in het Frans

vaccine:

vaccine [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the vaccine (vaccination)
    le vaccin
    • vaccin [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vaccine:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vaccin vaccination; vaccine
- vaccinum

Verwante woorden van "vaccine":

  • vaccines

Synoniemen voor "vaccine":

  • vaccinum; immunogen; immunizing agent

Verwante definities voor "vaccine":

  1. immunogen consisting of a suspension of weakened or dead pathogenic cells injected in order to stimulate the production of antibodies1

Wiktionary: vaccine

vaccine
noun
  1. substance that stimulates production of antibodies
vaccine
noun
  1. substance inoculée contre une maladie (2)
  2. inoculation (3)
  3. maladie propre à la vache et qu’on transmettre à l’homme au moyen de l’inoculation, pour le préserver de la variole.
adjective
  1. médecine|fr relatif au vaccin, à la vaccination.
Cross Translation:
FromToVia
• vaccine → vaccin ↔ vaccin — een entstof om afweer op te bouwen
• vaccine → vaccin ↔ Impfstoff — Medizin: Stoff, der dem Körper gegeben wird, um die Produktion von Antikörpern anzuregen und so eine Immunität gegen eine Krankheit zu erreichen







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0391 seconde
Page rendered in 1.0 seconds