Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rachat:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor rachat (Frans) in het Engels

rachat:

rachat [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le rachat
    the redemption; the buying off
  2. le rachat
    the buying out
  3. le rachat
    the repurchase
  4. le rachat (payement d'une rançon)
    the ransoming

Vertaal Matrix voor rachat:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
buying off rachat
buying out rachat
ransoming payement d'une rançon; rachat
redemption rachat Rédemption; amortissement; béatitude; dégagement; délice; délices; délivrance; félicité; libération; mise en liberté; remboursement; retrait; salut; sauvetage; secours
repurchase rachat
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
repurchase racheter

Synoniemen voor "rachat":


Wiktionary: rachat

rachat
noun
  1. action de racheter.

Verwante vertalingen van rachat