Individualité: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

individualité:
- individuality; eccentricity; oddity; peculiarity; singularity; habit; oddness; heterogeneity; strangeness; queerness
Wiktionary:
- individualité → individuality, selfhood

Frans

Uitgebreide vertaling voor individualité (Frans) in het Engels

l'individualité
the individuality
- individuality [the ~] zelfstandig naamwoord
l'individualité (excentricité; singularité; particularité; curiosité; rareté; étrangeté; bizarrerie; trait curieux)
the eccentricity; the oddity
- eccentricity [the ~] zelfstandig naamwoord
- oddity [the ~] zelfstandig naamwoord
l'individualité (excentricité; particularité; curiosité; spécificité; singularité; bizarrerie; trait curieux)
the peculiarity; the oddity; the singularity; the habit; the oddness; the heterogeneity; the strangeness
- peculiarity [the ~] zelfstandig naamwoord
- oddity [the ~] zelfstandig naamwoord
- singularity [the ~] zelfstandig naamwoord
- habit [the ~] zelfstandig naamwoord
- oddness [the ~] zelfstandig naamwoord
- heterogeneity [the ~] zelfstandig naamwoord
- strangeness [the ~] zelfstandig naamwoord
l'individualité (bizarrerie; particularité; curiosité; singularité; excentricité; trait curieux)
the queerness; the singularity; the oddity; the strangeness
- queerness [the ~] zelfstandig naamwoord
- singularity [the ~] zelfstandig naamwoord
- oddity [the ~] zelfstandig naamwoord
- strangeness [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eccentricity	bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; rareté; singularité; trait curieux; étrangeté
habit	bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux	coutume; emploi; froc; habit; habit liturgique; habitude; robe de prêtre; soutane; tradition; usage
heterogeneity	bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux
individuality	individualité
oddity	bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; rareté; singularité; spécificité; trait curieux; étrangeté	curiosité
oddness	bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux	particularité; singularité
peculiarity	bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux	bizarrerie; détail; excentricité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux
queerness	bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; trait curieux
singularity	bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux
strangeness	bizarrerie; curiosité; excentricité; individualité; particularité; singularité; spécificité; trait curieux	particularité; singularité

individualité

noun

didactique|fr Ce qui constituer l’individu ; ce qui faire qu’il est tel être et qu’il a une existence distincte de celle des autres êtres.
- individualité → individuality