Croix: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

croix:
- cross; shape of a cross; sign of the cross; crosses; dagger; DAGGER; groin; crotch; balls; crupper
Wiktionary:
- croix → cross, incubus, dagger, check, anguish
- croix → cross, Cross, calvary, agony, anguish

Frans

Uitgebreide vertaling voor croix (Frans) in het Engels

la croix (forme de croix)
the cross; the shape of a cross
- cross [the ~] zelfstandig naamwoord
- shape of a cross [the ~] zelfstandig naamwoord
la croix (signe de la croix)
the cross; the sign of the cross
- cross [the ~] zelfstandig naamwoord
- sign of the cross [the ~] zelfstandig naamwoord
la croix
the crosses
- crosses [the ~] zelfstandig naamwoord
la croix
the dagger; the DAGGER
– The † character. ¹
- dagger [the ~] zelfstandig naamwoord
- DAGGER [the ~] zelfstandig naamwoord
la croix (croupion)
the groin; the crotch; the balls
- groin [the ~] zelfstandig naamwoord
- crotch [the ~] zelfstandig naamwoord
- balls [the ~] zelfstandig naamwoord
la croix (croisée)
the crupper
- crupper [the ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
DAGGER	croix
balls	croix; croupion	balles; boules; sphères; testicules
cross	croix; forme de croix; signe de la croix	crucifix; petite croix
crosses	croix
crotch	croix; croupion	arrière-main
crupper	croisée; croix	arrière-main
dagger	croix	poignard
groin	croix; croupion	aine
shape of a cross	croix; forme de croix
sign of the cross	croix; signe de la croix	signe de la croix
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cross		arrêter; barrer; contrarier; contrecarrer; décevoir; désillusionner; empêcher; enjamber; franchir; frustrer; gêner; passer; retenir; stopper; traverser; traverser les projets de
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cross		courroucé; en colère; en couroux; enragé; envenimé; furieusement; furieux; fâché; hargneux; maussade; morose

croix

noun

antiq|fr sorte de gibet où l’on attachait, dans l’antiquité, certains criminels.
- croix → cross

croix

noun

oppressive thing or person; a burden
- incubus → vampire; sangsue; tyran; croix; boulet; fardeau
a text character
- dagger → croix
definite: the cross on which Christ was crucified
- cross → croix
in heraldry
- cross → croix
wooden post with a perpendicular beam, used for crucifixion
- cross → croix
geometrical figure
- cross → croix
a mark like a v or sometimes x used as an indicator
- check → croix
extreme pain
- anguish → croix; angoisse de la mort; calvaire; affres de la mort

Cross Translation:

From	To	Via
• croix	→ cross; Cross	↔ Kreuz — Marterpfahl mit einem Querbalken in der Antike
• croix	→ cross; Cross	↔ Kreuz — aus zwei sich schneidenden Linien bestehendes Zeichen
• croix	→ cross; Cross	↔ Kreuz — Symbol
• croix	→ cross; calvary; agony; anguish	↔ doodsangst — dodelijke angst, hevig lijden