Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fois:
  2. une fois:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor une fois (Frans) in het Engels

fois:

fois [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fois
    the time
    – an instance or single occasion for some event 1
    • time [the ~] zelfstandig naamwoord
      • this time he succeeded1
      • he called four times1

Vertaal Matrix voor fois:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
time fois délai; espace de temps; heure; laps de temps; période; temps; temps d'écoulement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
time chronométrer

Synoniemen voor "fois":


Wiktionary: fois

fois
noun
  1. Reprise
  2. Ratio
conjunction
  1. (mathématiques) produit des nombres précédent et suivant.
fois
noun
  1. instance or occurrence
en-prep
  1. multiplied by

Cross Translation:
FromToVia
fois time maal — telkens terugkerend tijdstip waarop iets gebeurt
fois time keer — telkens terugkerend tijdstip waarop iets gebeurt
fois multiplication sign MalMathematik: Zeichen für die Multiplikation; Malzeichen
fois time Mal — bestimmter Zeitpunkt; Moment; die Anzeige eines Wiederholungsfaktors oder einer Reihenfolge
fois once again abermalsnoch einmal
fois times mal — multipliziert mit
fois again; once more nochmals — ein weiteres Mal

une fois:

une fois bijvoeglijk naamwoord

  1. une fois (un jour)
    once

Vertaal Matrix voor une fois:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
once jamais; un jour; une fois

Wiktionary: une fois

une fois
en-con
  1. as soon as

Cross Translation:
FromToVia
une fois once einmal — nicht wiederholt
une fois once einmal — irgendwann in der Vergangenheit

Verwante vertalingen van une fois