Overzicht
Frans naar Engels: Meer gegevens...
-
tendu:
- tense; strained; stressed; uptight; stretched; elongated; rigid; stern; star; stubborn; obstinate; inflexible; immovable; straight-backed; unbending; recalcitrant; against the grain; spanned; concentrated; intently; strenuous; with concentration; grumpy; cantankerous; surly; nagging; crabbed; crusty; gruff; sullen
- étendu:
-
tendre:
- soft; gentle; susceptible; sensitive; delicate; subtle; tender; oversensitive; easily hurt; deep; profound; affectionate; loving; warm; sentimental; intense; fragile; frail; slender; thin; small-boned; petite; fond; tender hearted; forgiving; lightly built; slight
- tighten; stretch; give; hand over; give to; pass; hand
-
Wiktionary:
- tendu → tense, strained, taut, tight
- tendu → strained, nervous, tense, intent, taut, tensed, tight
- étendu → extensive, extended, spacious, vast, wide, broad, capacious, huge, open, ample, bulky, sizable, commodious, voluminous
- étendu → comprehensive, extensive, full, complete, sweeping, thorough, versatile, diverse, diversified
- tendre → tender
- tendre → strech, tend, sell, wind up, rack, strain, stress, tense, tighten, hold out, hand in, rax
- tendre → tender, keep open, stretch out, graceful, tend, pass
Frans
Uitgebreide vertaling voor tendu (Frans) in het Engels
tendu:
-
tendu (stressé; énervé; contracté)
-
tendu (étendu)
-
tendu (d'une façon récalcitrante; récalcitrant; serré; raide; rebelle; tenace; obstiné; en rebelle; insubordonnée; fixe; réticent; taciturne; têtu; rigide; retenu; réservé; impassible; intransigeant; inébranlable; à contrecoeur; insoumis; inflexible; revêche; fixement; indocile)
rigid; stern; star; stubborn; obstinate; inflexible; immovable; straight-backed; unbending; recalcitrant; against the grain-
rigid bijvoeglijk naamwoord
-
stern bijvoeglijk naamwoord
-
star bijvoeglijk naamwoord
-
stubborn bijvoeglijk naamwoord
-
obstinate bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
immovable bijvoeglijk naamwoord
-
straight-backed bijvoeglijk naamwoord
-
unbending bijvoeglijk naamwoord
-
recalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
against the grain bijvoeglijk naamwoord
-
-
tendu
-
tendu (concentré; juste; fixe)
concentrated; intently; strenuous; with concentration-
concentrated bijvoeglijk naamwoord
-
intently bijwoord
-
strenuous bijvoeglijk naamwoord
-
with concentration bijvoeglijk naamwoord
-
-
tendu (concentré; juste; fixe)
concentrated-
concentrated bijvoeglijk naamwoord
-
-
tendu (d'un ton bourru; grincheux; de mauvaise humeur; droit; brusque; fixe; juste; raide; serré; rigide; rude; maussade; impassible; grognon; irascible; irrité; grincheuse; grondeur; grognonne; d'un ton traînard; d'un ton râleur)
Vertaal Matrix voor tendu:
Synoniemen voor "tendu":
Wiktionary: tendu
tendu
Cross Translation:
adjective
tendu
-
Traductions à trier suivant le sens
- tendu → tense
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tendu | → strained; nervous; tense | ↔ gespannen — ongemakkelijk, blijk gevend van stress, het punt van (uit-)barsten naderend |
• tendu | → intent | ↔ gespannen — in hoge mate werkzaam |
• tendu | → taut; tense; tensed | ↔ gespannen — strak uitgerekt |
• tendu | → taut; tight | ↔ stramm — gestreckt, straff, fest |
étendu:
-
étendu (ample; considérable; volumineux; vaste; grand; large; largement; amplement; énorme; grandement)
-
étendu (extensif; vaste)
-
étendu (ample; spacieux; large; largement; amplement; vaste; grand)
-
étendu
-
étendu (tendu)
-
étendu (étiré; allongé)
elongated; protracted; long-drawn-out-
elongated bijvoeglijk naamwoord
-
protracted bijvoeglijk naamwoord
-
long-drawn-out bijvoeglijk naamwoord
-
-
étendu (abondamment; ample; abondant; considérable; copieux; copieuse; vaste; énorme; amplement; surabondant; volumineux; copieusement; large; largement; grandement; grand)
abundant; extensive; comprehensive; lavish; elaborate; plentifull; ample; amply; copious; rich; wide; widespread; detailed-
abundant bijvoeglijk naamwoord
-
extensive bijvoeglijk naamwoord
-
comprehensive bijvoeglijk naamwoord
-
lavish bijvoeglijk naamwoord
-
elaborate bijvoeglijk naamwoord
-
plentifull bijvoeglijk naamwoord
-
ample bijvoeglijk naamwoord
-
amply bijwoord
-
copious bijvoeglijk naamwoord
-
rich bijvoeglijk naamwoord
-
wide bijvoeglijk naamwoord
-
widespread bijvoeglijk naamwoord
-
detailed bijvoeglijk naamwoord
-
-
étendu (détaillé; élaboré; approfondi; de façon détaillée; de façon prolixe; large; grand; étendue; largement; spacieux; diffus; en détail; vaste; ample; amplement; extensif; circonstancié; verbeux; verbeuse; verbeusement; dans le détail)
elaborate; detailed; extensive; exhaustive; in detail; broad; expansive; widespread; wide-
elaborate bijvoeglijk naamwoord
-
detailed bijvoeglijk naamwoord
-
extensive bijvoeglijk naamwoord
-
exhaustive bijvoeglijk naamwoord
-
in detail bijwoord
-
broad bijvoeglijk naamwoord
-
expansive bijvoeglijk naamwoord
-
widespread bijvoeglijk naamwoord
-
wide bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor étendu:
Synoniemen voor "étendu":
Wiktionary: étendu
étendu
Cross Translation:
adjective
étendu
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• étendu | → comprehensive | ↔ umfangreich — umfassend |
• étendu | → extensive; full; complete; comprehensive; sweeping; thorough | ↔ umfassend — viele, beinahe alle Teilgebiete betreffend |
• étendu | → versatile; diverse; diversified | ↔ vielseitig — mehrere Seiten habend, aus mehreren Teilen bestehend, sodass ein relativ weites Gebiet abgedeckt wird oder eine gewisse Diversität gegeben ist |
tendu vorm van tendre:
-
tendre (moelleux; doux; doucement; velouté)
-
tendre (doux; bénin; clément)
-
tendre (sensible; exquis; subtil; fin; délicat; plein de délicatesse)
susceptible– (often followed by `of' or `to') yielding readily to or capable of 1-
susceptible bijvoeglijk naamwoord
-
-
tendre (profond; profondément; creux; sincère; tendrement)
-
tendre (amoureux; avec tendresse; amoureuse)
affectionate; loving; warm-
affectionate bijvoeglijk naamwoord
-
loving bijvoeglijk naamwoord
-
warm bijvoeglijk naamwoord
-
-
tendre (sentimental; sensitif; sentimentalement)
sentimental; sensitive; intense-
sentimental bijvoeglijk naamwoord
-
sensitive bijvoeglijk naamwoord
-
intense bijvoeglijk naamwoord
-
-
tendre (frêle; fragile; délicat; tendrement)
-
tendre (de taille fine; frêle; mince; fin; gracile; svelte; maigrichon; fragile; maigre; finement)
-
tendre (affectueux; affectueuse; tendrement)
affectionate; loving; fond-
affectionate bijvoeglijk naamwoord
-
loving bijvoeglijk naamwoord
-
fond bijvoeglijk naamwoord
-
-
tendre (sensible; compatissant)
tender hearted-
tender hearted bijvoeglijk naamwoord
-
-
tendre (indulgent; bénin; clément; miséricordieux; doux; apaisant)
-
tendre (de taille fine; fin; mince; maigre; fine; svelte)
lightly built; slight; delicate-
lightly built bijvoeglijk naamwoord
-
slight bijvoeglijk naamwoord
-
delicate bijvoeglijk naamwoord
-
tendre werkwoord (tends, tend, tendons, tendez, tendent, tendais, tendait, tendions, tendiez, tendaient, tendis, tendit, tendîmes, tendîtes, tendirent, tendrai, tendras, tendra, tendrons, tendrez, tendront)
Conjugations for tendre:
Présent
- tends
- tends
- tend
- tendons
- tendez
- tendent
imparfait
- tendais
- tendais
- tendait
- tendions
- tendiez
- tendaient
passé simple
- tendis
- tendis
- tendit
- tendîmes
- tendîtes
- tendirent
futur simple
- tendrai
- tendras
- tendra
- tendrons
- tendrez
- tendront
subjonctif présent
- que je tende
- que tu tendes
- qu'il tende
- que nous tendions
- que vous tendiez
- qu'ils tendent
conditionnel présent
- tendrais
- tendrais
- tendrait
- tendrions
- tendriez
- tendraient
passé composé
- ai tendu
- as tendu
- a tendu
- avons tendu
- avez tendu
- ont tendu
divers
- tends!
- tendez!
- tendons!
- tendu
- tendant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor tendre:
Synoniemen voor "tendre":
Wiktionary: tendre
tendre
Cross Translation:
adjective
verb
tendre
verb
-
to hold
-
to give to a responsible person
-
to stretch, reach out, hand
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• tendre | → tender | ↔ mals — zacht en sappig |
• tendre | → keep open | ↔ aufhalten — etwas im offenen Zustand halten |
• tendre | → stretch out | ↔ ausstrecken — einen Körperteil möglichst gerade von Körper wegbewegen |
• tendre | → graceful | ↔ hold — gehoben, veraltend: sehr zart und hübsch |
• tendre | → tend | ↔ neigen — (Verhalten) eine Veranlagung zu etwas zeigen |
• tendre | → pass | ↔ reichen — (transitiv) jemandem etwas entgegenstrecken |
Computer vertaling door derden: