Informer: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Engels: Meer gegevens...

informer:
- mention; list; inform; announce
Wiktionary:
- informer → inform, report, acquaint, enlighten, notify, advise, apprise, find out, clue
- informer → inform, share, let know, communicate, lecture on, report, talk about, tell

Engels naar Frans: Meer gegevens...

informer:
- informant; informateur; indicateur; délateur; tuyauteur; dénonciateur; reporter; correspondant; commentateur; rapporteur; chroniqueur; envoyé spécial; porte-parole; orateur; mouchard; rapporteuse; témoin; détecteur; lampe-témoin; agent secret; espion; agent; indicatrice; informante; tuyauteuse; indicatrice de police
Wiktionary:
- informer → informateur
- informer → indic

Frans

Uitgebreide vertaling voor informer (Frans) in het Engels

informer:

informer werkwoord (informe, informes, informons, informez, informent, informais, informait, informions, informiez, informaient, informai, informas, informa, informâmes, informâtes, informèrent, informerai, informeras, informera, informerons, informerez, informeront)

informer (mentionner; citer; faire mention de; nommer; mettre au courant)
to mention; to list
- mention werkwoord (mentions, mentioned, mentioning)
- list werkwoord (lists, listed, listing)
informer (annoncer; notifier; signaler; faire savoir)
to inform; to announce
- inform werkwoord (informs, informed, informing)
- announce werkwoord (announces, announced, announcing)

Conjugations for informer:

Présent

informe
informes
informe
informons
informez
informent

imparfait

informais
informais
informait
informions
informiez
informaient

passé simple

informai
informas
informa
informâmes
informâtes
informèrent

futur simple

informerai
informeras
informera
informerons
informerez
informeront

subjonctif présent

que j'informe
que tu informes
qu'il informe
que nous informions
que vous informiez
qu'ils informent

conditionnel présent

informerais
informerais
informerait
informerions
informeriez
informeraient

passé composé

ai informé
as informé
a informé
avons informé
avez informé
ont informé

divers

informe!
informez!
informons!
informé
informant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor informer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
list		bande; gîte; index; liste; liste d'armée; liste des membres; registre; table; tableau; énumération
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
announce	annoncer; faire savoir; informer; notifier; signaler	annoncer; approcher; arriver; communiquer; convoquer; couvrir; donner son opinion; déclarer; faire connaître; faire de la publicité; faire le compte rendu de; faire part de; faire savoir; notifier; placer une annonce; proclamer; raconter; rapporter; relater; rendre compte; sommer
inform	annoncer; faire savoir; informer; notifier; signaler	annoncer; communiquer; couvrir; donner des cours; donner des instructions; donner son opinion; déclarer; enseigner; faire connaître; faire le compte rendu de; faire part à; faire savoir; informer de; inquiéter; instruire; mettre au courant; mettre au courant de; mettre en garde contre; notifier; porter à la connaissance de; prévenir; publier; raconter; rapporter; relater; rendre compte; renseigner; s'annoncer; s'informer de; se renseigner
list	citer; faire mention de; informer; mentionner; mettre au courant; nommer	annoter; consigner; enregister; indexer; inscrire; lister; nommer; noter; register; énumérer
mention	citer; faire mention de; informer; mentionner; mettre au courant; nommer	appeler; faire mention de; mentionner; nommer; relater; énumérer

Synoniemen voor "informer":

annoncer; aviser; avertir; communiquer; proclamer; apprendre; indiquer; notifier; signaler; présager; briefer; détromper; désillusionner; désabuser; démystifier; démythifier; éclairer; dire; parler; exprimer; formuler; relater; raconter; exposer; révéler; énoncer; émettre; enquérir; chercher; enquêter; examiner; observer; instruire; renseigner; documenter; éclaircir; enseigner; prévenir; tuyauter

Wiktionary: informer

informer

verb

instruire de quelque chose ; faire savoir quelque chose.
- informer → inform; report; acquaint; enlighten; notify; advise; apprise; find out

informer

verb

to make known (intransitive)
- inform → informer
to impart information or knowledge (intransitive)
- inform → instruire; informer
to communicate knowledge to (an)other(s)
- inform → informer
to make clear to the intellect
- enlighten → éclairer; informer
to provide with information
- clue → informer

Cross Translation:

From	To	Via
• informer	→ inform	↔ verwittigen — ~ van iemand ergens van op de hoogte brengen
• informer	→ inform; share	↔ meedelen — een feit vertellen
• informer	→ inform	↔ informeren — inlichten
• informer	→ inform; let know	↔ informieren — Informationen, Nachrichten weitergeben
• informer	→ inform; communicate	↔ mitteilen — eine Person über etwas informieren, eine Person etwas wissen lassen
• informer	→ lecture on; report; talk about; tell	↔ vortragen — eine Ausarbeitung oder Überlegung mündlich darlegen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van informer

Engels

Uitgebreide vertaling voor informer (Engels) in het Frans

informer:

informer [the ~] zelfstandig naamwoord

the informer (informant)
l'informant; l'informateur; l'indicateur; le délateur; le tuyauteur; le dénonciateur
- informant [le ~] zelfstandig naamwoord
- informateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- indicateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- délateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- tuyauteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- dénonciateur [le ~] zelfstandig naamwoord
the informer (reporter; rapporteur; commentator; informant; publicist)
le reporter; le correspondant; le commentateur; le rapporteur; l'informateur; le tuyauteur; le chroniqueur; l'envoyé spécial
- reporter [le ~] zelfstandig naamwoord
- correspondant [le ~] zelfstandig naamwoord
- commentateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- rapporteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- informateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- tuyauteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- chroniqueur [le ~] zelfstandig naamwoord
- envoyé spécial [le ~] zelfstandig naamwoord
the informer (spokesman; representative; spokesperson; informant; spokeswoman; Speaker; rapporteur; mouthpiece)
le porte-parole; l'orateur
- porte-parole [le ~] zelfstandig naamwoord
- orateur [le ~] zelfstandig naamwoord
the informer (tell-tale; squealer; squeaker)
le mouchard; le rapporteur; la rapporteuse
- mouchard [le ~] zelfstandig naamwoord
- rapporteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- rapporteuse [la ~] zelfstandig naamwoord
the informer (squeaker; tell-tale)
le mouchard; le témoin; le détecteur; la lampe-témoin
- mouchard [le ~] zelfstandig naamwoord
- témoin [le ~] zelfstandig naamwoord
- détecteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- lampe-témoin [la ~] zelfstandig naamwoord
the informer (snooper)
le dénonciateur; le délateur; l'informant
- dénonciateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- délateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- informant [le ~] zelfstandig naamwoord
the informer (police spy; spy)
l'agent secret; l'espion; l'agent
- agent secret [le ~] zelfstandig naamwoord
- espion [le ~] zelfstandig naamwoord
- agent [le ~] zelfstandig naamwoord
the informer (female informer; snooper)
l'indicatrice; l'informante; la tuyauteuse; l'indicatrice de police
- indicatrice [la ~] zelfstandig naamwoord
- informante [la ~] zelfstandig naamwoord
- tuyauteuse [la ~] zelfstandig naamwoord
- indicatrice de police [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor informer:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
agent	informer; police spy; spy	agent; constable; officer of police; police officer; policeman; policewoman; procreator
agent secret	informer; police spy; spy
chroniqueur	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter	chronicler; columnist; historian; historiographer
commentateur	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter	commentator; declarer; explainer; exponent; expounder; impersonatress; interpreter; interpretress; translator
correspondant	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter	commentator; correspondent; reporter
délateur	informant; informer; snooper
dénonciateur	informant; informer; snooper	informers; snitchers; squealers; stoolpigeons
détecteur	informer; squeaker; tell-tale	detector; feeler; sensitive person; sensor; tentacle; touchy person
envoyé spécial	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter	journalist; newspaper woman; reporter
espion	informer; police spy; spy	peeper; peeping Tom; watch
indicateur	informant; informer	annunciator; criterion; flag; gauge; graduated scale; indicator; reagent; scorecard indicator; seal; standard; test; touchstone; voltmeter
indicatrice	female informer; informer; snooper
indicatrice de police	female informer; informer; snooper
informant	informant; informer; snooper	informers; snitchers; squealers; stoolpigeons
informante	female informer; informer; snooper
informateur	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter
lampe-témoin	informer; squeaker; tell-tale
mouchard	informer; squeaker; squealer; tell-tale
orateur	Speaker; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; spokesman; spokesperson; spokeswoman	lecturer; orator; recitalist; reciter; speaker
porte-parole	Speaker; informant; informer; mouthpiece; rapporteur; representative; spokesman; spokesperson; spokeswoman	mouthpiece; speaker; speaking-trumpet; speaking-tube; spokesperson; spokeswoman
rapporteur	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter; squeaker; squealer; tell-tale	protractor
rapporteuse	informer; squeaker; squealer; tell-tale	female informer; female spy; tell-tale
reporter	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter	journalist; newspaper woman; reporter
tuyauteur	commentator; informant; informer; publicist; rapporteur; reporter
tuyauteuse	female informer; informer; snooper
témoin	informer; squeaker; tell-tale	bystander; estafet-baton; spectator; witness
-	betrayer; blabber; rat; squealer
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
reporter		adjourn; bring to justice; postpone; put off; roll up
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	squealer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
correspondant		according to; alike; analogous; analogue; as per; effective; efficient; equivalent; fit; identical; in accordance with; proper; similar; suitable

Synoniemen voor "informer":

betrayer; rat; squealer; blabber; informant; source

Verwante definities voor "informer":

one who reveals confidential information in return for money¹

Wiktionary: informer

informer

noun

Celui, celle qui informe d’une nouveau.
- informateur → informant; informer

Cross Translation:

From	To	Via
• informer	→ indic	↔ V-Mann — ein geheimer Informant des Nachrichtendienstes oder der Polizei, der in einer politisch extremen Organisation oder in einem der Kriminalität verdächtigten Milieu (Rotlichtmilieu, Drogenszene) integriert ist

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van informer

female informer

Remove Ads

Franse en Engelse zoekresultaten voor: informer

Uitgebreide vertaling voor informer (Frans) in het Engels

informer:

informer werkwoord (informe, informes, informons, informez, informent, informais, informait, informions, informiez, informaient, informai, informas, informa, informâmes, informâtes, informèrent, informerai, informeras, informera, informerons, informerez, informeront)

informer (mentionner; citer; faire mention de; nommer; mettre au courant)

informer (annoncer; notifier; signaler; faire savoir)

Conjugations for informer:

Présent

imparfait

passé simple

futur simple

subjonctif présent

conditionnel présent

passé composé

divers

Vertaal Matrix voor informer:

Synoniemen voor "informer":

Wiktionary: informer

Verwante vertalingen van informer

Uitgebreide vertaling voor informer (Engels) in het Frans

informer:

informer [the ~] zelfstandig naamwoord

the informer (informant)

the informer (reporter; rapporteur; commentator; informant; publicist)

the informer (spokesman; representative; spokesperson; informant; spokeswoman; Speaker; rapporteur; mouthpiece)

the informer (tell-tale; squealer; squeaker)

the informer (squeaker; tell-tale)

the informer (snooper)

the informer (police spy; spy)

the informer (female informer; snooper)

Vertaal Matrix voor informer:

Synoniemen voor "informer":

Verwante definities voor "informer":

Wiktionary: informer

Verwante vertalingen van informer